Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.Vorderingen benadeelde partijen
[naam benadeelde 2]zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu de verdachte partieel zal worden vrijgesproken voor het gedeelte van feit 1 waar de vordering op is gebaseerd.
[naam benadeelde 1]door het bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks materiële schade is toegebracht en de gevorderde schadevergoeding door de verdachte niet (voldoende gemotiveerd) is weersproken, zal de vordering worden toegewezen ten aanzien van de posten glas
[naam benadeelde 1]een schadevergoeding betalen van € 3775,04 vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
[naam benadeelde 2]gevorderde schadevergoeding geen inhoudelijke beslissing genomen.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 121 (honderd eenentwintig) dagen;
€ 3775,04 (zegge: drieduizend zevenhonderd vijfenzeventig euro en vier eurocent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 1 mei 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 1] te betalen
€ 3775,04(hoofdsom,
zegge: drieduizend zevenhonderd vijfenzeventig euro en vier eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 mei 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 3775,04 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
47 dagen;toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;