Op 13 oktober 2017 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan openlijke geweldpleging, vernieling en belediging van een politieambtenaar. De verdachte, die op dat moment gedetineerd was, werd beschuldigd van het meermalen slaan van een andere verkeersdeelnemer op 22 april 2016 in Rotterdam, alsook van het opzettelijk beschadigen van diens auto en het beledigen van een politieagent tijdens zijn aanhouding. De officier van justitie had een gevangenisstraf van vier maanden en een geldboete geëist, maar de rechtbank oordeelde dat de verdachte voor de bewezen feiten een gevangenisstraf van twee maanden moest krijgen, met aftrek van voorarrest. De rechtbank weegt hierbij de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte mee, waaronder eerdere veroordelingen voor geweldsdelicten. De rechtbank concludeert dat de verdachte strafbaar is en legt de gevangenisstraf op, zonder een geldboete, omdat deze niet relevant was in het kader van de huidige zaak. De uitspraak benadrukt het belang van respect voor de autoriteit van de politie en de gevolgen van geweldpleging in het openbaar.