Uitspraak
1.Het procesverloop en de processtukken
2.Het verzoek en de reactie daarop
3.De beoordeling
4.De beslissing
12 oktober 2017 in tegenwoordigheid van mr. M.L.F. de Leeuw, griffier en door hen ondertekend.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 12 oktober 2017 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een vereniging tegen mr. T.M.J. Smits, rechter in de rechtbank Rotterdam. Het wrakingsverzoek volgde op een getuigenverhoor dat op 18 september 2017 had plaatsgevonden in een civielrechtelijke procedure. De verzoekster stelde dat de rechter tijdens het verhoor blijk gaf van vooringenomenheid door een vraag van de advocaat van de verzoekster als 'niet fair' te kwalificeren en deze niet op te nemen in het proces-verbaal. De wrakingskamer oordeelde dat de rechter niet onpartijdig was en dat de door verzoekster aangevoerde omstandigheden geen zwaarwegende aanwijzingen voor vooringenomenheid opleverden. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De rechtbank concludeerde dat de woorden van de rechter in de context van de procedure niet duidden op partijdigheid en dat het proces-verbaal een zakelijke weergave was van hetgeen ter zitting was voorgevallen. Het verzoek tot wraking werd daarom ongegrond verklaard en afgewezen.