Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de meervoudige kamer van 8 november 2017 in de zaak tussen
[eiser]
De Nederlandsche Bank N.V., verweerster (DNB),
Procesverloop
Overwegingen
DNB heeft terecht geconstateerd dat uit de reconstructie van de vier briefjes, gevoegd bij de verklaring van [persoon 3], volgt dat op deze vier briefjes geldtransfers naar Suriname zijn vermeld. Daarbij is van belang dat [eiser] over de betekenis van de versnipperde briefjes geen consistente en geloofwaardige verklaring heeft gegeven. Met DNB acht de rechtbank ongeloofwaardig dat het zou gaan om aanbetalingen voor vliegtickets naar Suriname. Deze verklaring is in strijd met de verklaring van [persoon 3] en strookt ook niet met de eerdere verklaring van [eiser] dat het om offertes voor groepsreizen zou gaan. Indien het zou gaan om aanbetalingen voor vliegtickets of offertes voor groepsreizen valt bovendien niet in te zien waarom het in de rede zou liggen de daarop betrekking hebbende papieren door de shredder te halen. [eiser] heeft zijn stelling over de betekenis van de gereconstrueerde briefjes tot slot op geen enkele manier onderbouwd, hoewel hij daartoe meerdere malen in de gelegenheid is gesteld. In het bijzonder heeft [eiser] niets overgelegd waaruit kan volgen dat [bedrijf 1] actief is als reisbureau, wat alleszins in de rede zou hebben gelegen en ook niet moeilijk zou zijn geweest als [bedrijf 1] inderdaad een reisbureau zou zijn.