In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 26 oktober 2017 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Kosmos Shipping Co Ltd en de International Transport Workers Federation (ITF), de Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV) en European Bulk Services (E.B.S.) B.V. Kosmos, de reder van het schip 'Vitakosmos', vorderde een verbod op boycotacties die door ITF en FNV tegen het schip waren ingesteld. De boycotacties waren gericht op het afdwingen van de ondertekening van een ITF Agreement, omdat volgens ITF de gages van de bemanning onder de ILO-voorschriften lagen. Kosmos stelde dat de bemanning conform de Maltese en Filipijnse regelgeving werd betaald en dat er geen sprake was van uitbuiting.
De rechtbank oordeelde dat er een spoedeisend belang was bij de vorderingen van Kosmos, ondanks dat het schip op dat moment werd gelost. De voorzieningenrechter concludeerde dat de boycotacties onrechtmatig waren, omdat Kosmos had aangetoond dat de bemanningsvoorwaarden in overeenstemming waren met de geldende regelgeving. De vorderingen tegen ITF en FNV werden afgewezen, en Kosmos werd veroordeeld in de proceskosten. De vordering tegen EBS werd als ingetrokken beschouwd, omdat Kosmos deze had ingetrokken tijdens de mondelinge behandeling. De kosten aan de zijde van ITF en FNV werden begroot op € 1.434,00, inclusief griffierecht en salaris advocaat.