ECLI:NL:RBROT:2017:8488

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 oktober 2017
Publicatiedatum
2 november 2017
Zaaknummer
10/681169-17
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aangifte van aanranding en belediging van politieambtenaren met bijzondere voorwaarden voor reclassering en behandeling

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 12 oktober 2017 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het aanranding van twee vrouwen op straat en het beledigen van politieambtenaren tijdens zijn aanhouding. De verdachte heeft op 24 juni 2017 in Dordrecht een vrouw gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen en beledigde vervolgens de politieagenten die hem aanspraken. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten, die hij heeft bekend. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers in overweging genomen, evenals de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder een diagnose van schizofrenie. De rechtbank heeft besloten om een gevangenisstraf van 60 dagen op te leggen, waarvan 28 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. Bijzondere voorwaarden zijn opgelegd, waaronder toezicht door de reclassering en ambulante behandeling. De rechtbank heeft de zorg van de reclassering gedeeld over de kans op herhaling van de verdachte, gezien zijn eerdere gedrag en gebrek aan inzicht in de ernst van zijn daden. De uitspraak benadrukt het belang van toezicht en begeleiding om herhaling te voorkomen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/681169-17
Datum uitspraak: 12 oktober 2017
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland verdachte] ) op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
raadsvrouw mr. K. Kuster, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 28 september 2017.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. J.A. Castelein heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 1 maand voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich zal gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering, alsmede een ambulante behandeling zal volgen van zijn problematiek;
  • dadelijke uitvoerbaarheid van het toezicht en van de gestelde bijzondere voorwaarden.

4.Waardering van het bewijs

Bewezenverklaring
Het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij op 24 juni 2017 te Dordrecht door een feitelijkheid iemand, te
weten [naam slachtoffer 1] , heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen,
namelijk het betasten van en wrijven over/tussen de (met kleding bedekte)
billen van die [naam slachtoffer 1] ,
defeitelijkheid heeft bestaan uit het onverhoeds betasten van en wrijven over/tussen de (met kleding bedekte) billen van die [naam slachtoffer 1] ;
2.
hij op 24 juni 2017 te Dordrecht opzettelijk ambtena(a)r(en), te weten: [naam slachtoffer 2] en [naam slachtoffer 3] , (hoofd)agent(en) van politie Eenheid Rotterdam, gedurende de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in dier tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd,
door genoemde [naam slachtoffer 2] en [naam slachtoffer 3] , de woorden
toe te voegen: "Houdt je kankerkop" en/of "Kankergek" en/of "Je moet je
kankerkop houden", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of
strekking;
3. (parketnummer [nummer] )
hij op 22 november 2016 te Dordrecht door (een) feitelijkheid iemand, te
weten [naam slachtoffer 4] , heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen,
namelijk het aanraken en betasten
vanen wrijven over (de met kleding bedekte) billen en de vagina van die [naam slachtoffer 4] ,
defeitelijkheid heeft bestaan uit
het onverhoeds (van achteren) omhoog trekken van de kleding van die [naam slachtoffer 4] .
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
Feitelijke aanranding van de eerbaarheid;
2.
Eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd;
3.
Feitelijke aanranding van de eerbaarheid.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft twee vrouwen aangerand op de openbare weg. Hij heeft met zijn hand over hun billen gewreven en een van de vrouwen daar en ook aan haar vagina betast. De verdachte heeft egocentrisch en respectloos gehandeld. Hij heeft niet alleen inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers, maar hij heeft ze ook angst aangejaagd.
Toen de politie de verdachte aansprak om zijn identiteitsgegevens te controleren, werd de verdachte boos en beledigde hij de politieambtenaren in grove en kwetsende bewoordingen. Dit was duidelijk hoorbaar voor de omstanders. De verdachte heeft de politieambtenaren, die hun werk deden en wier optreden nodig was vanwege het gedrag van de verdachte, in hun eer en goede naam aangetast en hun gezag als ambtsdragers ondermijnd.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
6 september 2017, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. De veroordelingen op het strafblad van de verdachte zijn van langere tijd geleden en zullen daarom niet van invloed zijn op de hoogte van de op te leggen straf.
Het Leger des Heils, afdeling reclassering, heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 21 september 2017. Dit rapport houdt onder meer in dat de verdachte gediagnosticeerd is met schizofrenie.
De verdachte ontvangt in het kader van een voorwaardelijke Rechterlijke Machtiging medicatie en daardoor gaat het een stuk beter met hem. Geadviseerd wordt een (gedeeltelijk) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, met als bijzondere voorwaarden een meldplicht en een ambulante behandeling. De verdachte heeft ter zitting verklaard bereid te zijn de geadviseerde bijzondere voorwaarden na te leven.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank enerzijds acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. Anderzijds heeft de rechtbank rekening gehouden met de persoon van de verdachte zoals dit naar voren is gekomen in de rapportage van de reclassering en uit het onderzoek ter terechtzitting. Hierin vindt de rechtbank aanleiding om het onvoorwaardelijke deel van de gevangenisstraf gelijk te stellen aan de tijd die de verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht.
De rechtbank vindt het van groot belang dat de nadruk komt te liggen op toezicht en begeleiding door de reclassering en behandeling van verdachtes problematiek. Daarom zal de rechtbank, in navolging van het advies van de reclassering, een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
De verdachte heeft ter terechtzitting geen blijk gegeven van inzicht in het verwerpelijke van zijn handelen. Hij lijkt niet in te zien dat hij grenzen heeft overschreden. De verdachte heeft toegegeven dat hij, buiten de bewezen verklaarde feiten, vaker een vrouw heeft aangerand. Hij ziet dit als een manier om een relatie met een vrouw aan te gaan. De rechtbank deelt daarom de zorg van de reclassering, dat de verdachte in herhaling zal vervallen.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Daarom zullen de op te leggen bijzondere voorwaarden, inhoudende een meldplicht en een ambulante behandelverplichting, alsmede het toezicht door de reclassering, dadelijk uitvoerbaar worden verklaard.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 63, 246, 266 en 267 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 60 (zestig) dagen;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
28 (achtentwintig) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 2 jaren, na te melden voorwaarden overtreedt;
stelt als algemene voorwaarden:
  • de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
  • de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
  • de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
stelt als bijzondere voorwaarden:
1. de veroordeelde zal zich melden bij het Leger des Heils, afdeling reclassering, zolang en frequent als die reclasseringsinstelling noodzakelijk vindt;
2. de veroordeelde zal zich onder ambulante behandeling stellen van Het Dok of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de genoemde bijzondere voorwaarden en het aan genoemde reclasseringsinstelling opgedragen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. C. Laukens, voorzitter,
en mrs. R.J.A.M. Cooijmans en W.J.M. Diekman, rechters,
in tegenwoordigheid van D.J. Boogert, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 24 juni 2017 te Dordrecht
door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met
geweld en/of door bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) iemand, te
weten [naam slachtoffer 1] , heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer
ontuchtige handeling(en),
namelijk het betasten van en/of wrijven over/tussen de (met kleding bedekte)
billen van die [naam slachtoffer 1] ,
het geweld en/of een andere
defeitelijkhe(i)d(en) en/of de bedreiging met geweld
en/of de bedreiging met andere feitelijkhe(i)d(en) heeft/hebben bestaan uit
het onverhoeds betasten van en/of wrijven over/tussen de (met kleding bedekte)
billen van die [naam slachtoffer 1] ;
2.
hij op of omstreeks 24 juni 2017 te Dordrecht opzettelijk (een) ambtena(a)r(en),
te weten: [naam slachtoffer 2] en/of [naam slachtoffer 3] , (hoofd)agent(en) van politie Eenheid Rotterdam, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, in diens/dier tegenwoordigheid,
mondeling heeft beledigd,
door genoemde [naam slachtoffer 2] en/of [naam slachtoffer 3] , meermalen, althans eenmaal, de woorden
toe te voegen: "Houdt je kankerkop" en/of "Kankergek" en/of "Je moet je
kankerkop houden", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of
strekking;
3. ( parketnummer [nummer] )
hij op of omstreeks 22 november 2016 te Dordrecht
door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met
geweld en/of door bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) iemand, te
weten [naam slachtoffer 4] , heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer
ontuchtige handeling(en),
namelijk het aanraken en/of betasten
vanen/of strelen en/of voelen en/of wrijven
en/of knijpen van/in/aan/over (de met kleding bedekte) billen en/of de vagina
van die [naam slachtoffer 4] ,
het geweld en/of een andere
defeitelijkhe(i)d(en) en/of de bedreiging met geweld
en/of de bedreiging met andere feitelijkhe(i)d(en) heeft/hebben bestaan uit
het onverhoeds (van achteren) omhoog trekken van de jas/kleding van die [naam slachtoffer 4] .