ECLI:NL:RBROT:2017:8294
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in verband met overlijden verdachte
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 7 september 2017 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die op 9 augustus 2017 is overleden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de officier van justitie, mr. M. Luijpen, heeft aangevoerd dat de dood van de verdachte leidt tot niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de vervolging. De rechtbank heeft in haar beoordeling verwezen naar artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht, waarin is bepaald dat het recht tot strafvordering vervalt door de dood van de verdachte. Gezien deze wettelijke bepaling heeft de rechtbank geoordeeld dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vervolging. De beslissing is genomen na onderzoek op de terechtzittingen van 23 juni 2017 en 7 september 2017, waarbij de tenlastelegging is besproken. De rechtbank heeft in haar vonnis ook vermeld dat de tekst van de tenlastelegging als bijlage is gehecht aan het vonnis. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, mr. L. Lobs-Tanzarella, en is openbaar uitgesproken op de datum die in de kop van het vonnis is vermeld.