Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3 primair, 4 en 5 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 356 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 180 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich zal gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering, een meldplicht, een alcohol- en een drugsverbod, urinecontroles, en het voortzetten van een ambulante behandeling bij Het Dok gericht op het terugdringen van zedenrecidive;
- dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden;
- opheffing van het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
4.Waardering van het bewijs
omgeving(meermaals) in het zicht van [naam slachtoffer 5] , geboren op [geboortedatum slachtoffer 5] 2000 en [naam slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum slachtoffer 3] 2001 en [naam slachtoffer 6] , geboren op [geboortedatum slachtoffer 6] 2000, zichzelf afgetrokken en zijn, verdachtes, penis getoond (Zaak [naam 3] ) en,
defeitelijkheden hebben bestaan uit het
defeitelijkheden hebben bestaan uit het
5.Strafbaarheid feiten
2.
feitelijke aanranding van de eerbaarheid
5.
schennis van de eerbaarheid op of aan een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd, meermalen gepleegd.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vorderingen benadeelde partijen / schadevergoedingsmaatregel
[naam benadeelde 1]zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu aan de verdachte voor feit 3 geen straf of maatregel is opgelegd en artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht geen toepassing heeft gevonden.
[naam benadeelde 3]levert een onevenredige belasting van het strafgeding op omdat de in de vordering en onderbouwing genoemde pleegdatum niet overeen komt met de in het informatief gesprek zeden genoemde pleegdatum. Nader onderzoek naar de gegrondheid van de vordering zou een uitgebreide nadere behandeling vereisen. De benadeelde partij zal niet-ontvankelijk worden verklaard. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
[naam benadeelde 2]door het onder 4 bewezen verklaarde strafbare feit, rechtstreeks materiële schade is toegebracht en de gevorderde schadevergoeding door de verdachte niet voldoende gemotiveerd is weersproken, zal de vordering worden toegewezen. De door haar opgegeven proceskosten, zijnde de reiskosten voor een bezoek aan slachtofferhulp, zullen als materiële schade worden aangemerkt.
[naam benadeelde 2]door het onder 4 bewezen verklaarde strafbare feit tevens rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. Die schade zal op dit moment op basis van de thans gebleken feiten en omstandigheden naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 300, -. De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard, aangezien de bewijsstukken ter onderbouwing van de vordering thans ontbreken. De rechtbank is van oordeel dat de nadere behandeling van dit deel van de vordering een onevenredige belasting van het strafproces zou vormen. Dit deel van de vordering kan derhalve slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
[naam benadeelde 2]heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 16 december 2015.
[naam benadeelde 2]in overwegende mate zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt tot op heden begroot op nihil.
[naam benadeelde 1]en
[naam benadeelde 3]niet-ontvankelijk zullen worden verklaard, zullen de benadeelde partijen worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
[naam benadeelde 2]een schadevergoeding betalen van
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 300 (driehonderd) dagen;
gevangenisstrafeen gedeelte, groot
125 (honderdvijfentwintig) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de
proeftijd, die hierbij wordt gesteld op
3 (drie) jaar, na te melden voorwaarden overtreedt;
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
€ 375,29 (zegge: driehonderdvijfenzeventig euro en negenentwintig eurocent), bestaande uit € 75,29 aan materiële schade en € 300, - aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 16 december 2015 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 2] te betalen
€ 375,29(hoofdsom,
zegge: driehonderdvijfenzeventig euro en negenentwintig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 december 2015 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 375,29 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van