In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 3 februari 2017, staat de vordering van Menzis Zorgverzekeraar N.V. centraal. Menzis vordert van de gedaagde, die in 2014 verzekerd was voor ziektekosten, een bedrag van € 360,00 aan eigen risico. De gedaagde heeft echter geweigerd toestemming te verlenen aan Parnassia Bavo Groep om informatie te verstrekken die nodig is voor de bewijsvoering van Menzis. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet in persoon is verschenen bij de comparitie van partijen, wat de bewijsvoering bemoeilijkt. Menzis heeft gesteld dat de gedaagde in 2014 zorg heeft ontvangen van Parnassia, maar de gedaagde betwist dit en heeft geen toestemming gegeven voor het verstrekken van relevante medische informatie. De rechter oordeelt dat de weigering van de gedaagde om toestemming te verlenen onredelijk is, vooral omdat dit de mogelijkheid van Menzis om haar vordering te onderbouwen belemmert. De kantonrechter heeft uiteindelijk geoordeeld dat de gedaagde het bedrag van € 360,00 aan eigen risico aan Menzis moet betalen, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten van Menzis, die in totaal € 513,01 bedragen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.