Op 15 september 2017 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die wordt beschuldigd van poging tot inbraak in vereniging. De verdachte heeft samen met anderen geprobeerd hennep te stelen uit een woning in Dordrecht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 4 juni 2017, omstreeks 02.54 uur, de toegangsdeur van de woning heeft geforceerd en in de woning heeft gezocht naar hennep. De verdachte heeft bekend dat hij het onder 1 ten laste gelegde feit heeft gepleegd, maar het onder 2 ten laste gelegde feit is niet bewezen verklaard. De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd voor het tweede feit en bewezenverklaring voor het eerste feit, met een gevangenisstraf van 4 maanden. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het tweede feit en het eerste feit bewezen verklaard. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte strafbaar is en heeft een gevangenisstraf van 43 dagen opgelegd, waarvan 30 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast is een taakstraf van 80 uren opgelegd. De rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn eerdere veroordelingen en zijn pogingen om zijn leven weer op de rails te krijgen. De rechtbank heeft besloten om niet volledig onvoorwaardelijk te straffen, gezien de kans op terugval in crimineel gedrag.