Op 15 september 2017 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die wordt beschuldigd van poging tot inbraak in vereniging. De verdachte, geboren in [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte], was niet ingeschreven in de basisregistratie en had geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland. De rechtbank heeft de zaak behandeld in tegenspraak, waarbij de officier van justitie, mr. P. Wijnands, vrijspraak heeft gevorderd voor het tweede ten laste gelegde feit en bewezenverklaring voor het eerste feit, met een gevangenisstraf van drie maanden. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het tweede feit, maar het eerste feit bewezen verklaard. De verdachte heeft samen met anderen geprobeerd om hennep te stelen uit een woning in Dordrecht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte aanwezig was bij de woning en de deur heeft opengebroken, maar dat er geen hennep aanwezig was. De rechtbank heeft de verdachte als bedenker en organisator van het plan beschouwd en heeft de ernst van het feit meegewogen in de strafmaat. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden, met aftrek van voorarrest. De rechtbank heeft de toepasselijke artikelen van het Wetboek van Strafrecht in acht genomen en de beslissing is openbaar uitgesproken op de zitting van 15 september 2017.