Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
4.Waardering van het bewijs
en
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vordering benadeelde partij
9.Vorderingen tenuitvoerlegging
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
een gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) maanden;
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- de veroordeelde zal zich melden bij Reclassering Nederland, zolang en frequent als die reclasseringsinstelling noodzakelijk vindt;
- de veroordeelde zal zich onder ambulante behandeling stellen voor zijn middelengebruik (in combinatie met de door het NIFP bevonden persoonlijkheidsproblematiek) bij stichting Palier te Rotterdam of een soortgelijke ambulante forensische zorginstelling en zal zich houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling dan wel behandelaar zullen worden gegeven;
- de veroordeelde zal, indien noodzakelijk bevonden door de reclassering, zijn medewerking verlenen aan een doorverwijzing naar anderszins gespecialiseerde begeleiding en behandeling van zijn middelengebruik en/of persoonlijkheidsproblematiek, mocht de voornoemde begeleiding en behandeling bij stichting Palier daarin, ter beoordeling van de reclassering, niet het beoogde resultaat bewerkstellingen.
€ 212,16 (zegge: tweehonderdentwaalf euro en zestien eurocent), bestaande uit € 62,16 aan materiële schade en € 150,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 3 juni 2017, in het geval van de immateriële schade, en vanaf 17 juli 2017 in geval van de materiële schade, tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 212,16(hoofdsom,
zegge: tweehonderdentwaalf euro en zestien eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 juni 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening;
4 (vier) dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van 17 september 2015 van de meervoudige kamer van de rechtbank Amsterdam aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de tijd van: 4 weken;