In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 13 september 2017 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van openlijke geweldpleging in vereniging. De tenlastelegging betrof geweld tegen brandweermedewerkers en politieagenten tijdens de jaarwisseling van 2015-2016 in Papendrecht. De officier van justitie, mr. W.B.J. ten Have, eiste vrijspraak voor de verdachte met betrekking tot het openlijk gepleegde geweld, maar vroeg wel om een taakstraf voor andere ten laste gelegde feiten. Tijdens de zittingen op 24 juni 2016, 23 december 2016, 31 maart 2017 en 30 augustus 2017 werd het bewijs tegen de verdachte besproken. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet betrokken was bij het geweld dat door anderen werd gepleegd. De rechtbank oordeelde dat, hoewel de verdachte een stok vasthield, dit niet voldoende was om hem schuldig te verklaren aan openlijke geweldpleging. De rechtbank vond dat de omstandigheden, waaronder de politie geweld gebruikte, de actie van de verdachte niet onder de reikwijdte van openlijke geweldpleging brachten. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. Het vonnis werd uitgesproken door een meervoudige kamer van de rechtbank, met mr. J.L.M. Boek als voorzitter.