3.1.[eiser] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. de Gemeente Rotterdam te bevelen het gelegde derdenbeslag op het banktegoed van [eiser] bij de ING bank op te heffen en de opdracht daartoe in te trekken, althans te bevelen de beslaglegging te staken en gestaakt te houden, en wel binnen 24 uur na betekening van het te wijzen vonnis, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag indien de Gemeente Rotterdam in gebreke blijft daaraan te voldoen;
II. de Gemeente Rotterdam te bevelen de volgende bedragen aan [eiser] te betalen:
het op 17 mei 2017 van de ING-rekening van [eiser] geïncasseerde bedrag van € 1.655,79;
kosten van rechtsbijstand ad € 143,-;
de behandelingskosten van de ING-bank ad € 100,-;
schadevergoeding van € 3.000,-;
wettelijke rente hierover sedert 13 april 2017 tot de dag der algehele vergoeding;
III. de Gemeente Rotterdam te bevelen om:
de bezwaarschriften van [eiser] tegen de in rekening gebrachte invorderingskosten en rente alsnog te behandelen, daarbij rekening houdend met diens rechten op uitstel van betaling;
alsnog afdoend gemotiveerde besluiten te nemen op de verzoeken tot kwijtschelding van [eiser] , indachtig de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam van 15 september 2015;
zo nodig aansluitend te beoordelen of bedragen buiten invordering hadden moeten worden gesteld, nu binnen een jaar geen verbetering in de financiële positie van [eiser] was te verwachten, of waren verjaard, nu aanmaningen en dwangbevelen niet binnen een half jaar waren gevolgd door vervolgstappen, of automatisch waren kwijtgescholden, nu op verzoeken daartoe niet binnen twaalf weken was besloten;
zo nodig aansluitend vast te stellen of [eiser] de gelegenheid had moeten krijgen om schuldhulpverlening aan te vragen en te beoordelen wat in dat geval de waarschijnlijke uitkomst was geweest ten aanzien van de gemeentelijke heffingen;
zo nodig [eiser] aansluitend voldoende gelegenheid te bieden te betalen of een betalingsregeling te treffen of alsnog schuldhulpverlening aan te vragen zonder direct weer nieuwe invorderingsmaatregelen te nemen;
IV. voor zover de voorzieningenrechter zelf in het gevraagde onder III. wenst te voorzien, zulks niet eerder te doen dan na hoor en wederhoor en op basis van een volledig dossier;
V. de Gemeente Rotterdam te veroordelen in de kosten van dit geding.