Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 3 ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 1, 2, met uitzondering van het aanwezig hebben van de 111 methadonpillen, en 4 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 200 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 94 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar met de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd.
4.Waardering van het bewijs
- ongeveer 2,9 gram van een materiaal bevattende cocaïne, en
- ongeveer 2,8 gram van een materiaal bevattende heroïne,
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 200 (tweehonderd) dagen;
94 (vierennegentig) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op
2 (twee) jaar, na te melden voorwaarden overtreedt;
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- ongeveer 2,9 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, en/of
- ongeveer 2,8 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, en/of
- ongeveer 111 pillen, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende methadon,