ECLI:NL:RBROT:2017:7412

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 september 2017
Publicatiedatum
28 september 2017
Zaaknummer
14.202 EA
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van de schone lei in het kader van de schuldsaneringsregeling na tekortkomingen in de verplichtingen

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 14 september 2017 uitspraak gedaan over de weigering van de schone lei voor een schuldenaar die onder de schuldsaneringsregeling valt. De schuldenaar had meerdere kansen gekregen om professionele hulp te zoeken om zijn verplichtingen na te komen, maar dit had niet geleid tot de gewenste resultaten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenaar toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen, waaronder het niet voldoen aan de sollicitatieverplichting en het niet afdragen van de vereiste bedragen aan de boedel. De rechtbank heeft in haar beoordeling meegenomen dat de schuldenaar na herhaalde waarschuwingen en de mogelijkheid om hulp in te schakelen, niet voldoende actie heeft ondernomen om zijn situatie te verbeteren. De rechtbank oordeelt dat de schuldenaar niet in staat is gebleken om zijn verplichtingen na te komen, ondanks de geboden ondersteuning en de duidelijke instructies van de rechtbank. Hierdoor is de schone lei geweigerd en is de toepassing van de schuldsaneringsregeling beëindigd. De rechtbank heeft tevens het salaris van de bewindvoerder vastgesteld op maximaal € 3.223,08, inclusief onkosten en omzetbelasting. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
weigering schone lei
insolventienummer: [nummer]
uitspraakdatum: 14 september 2017
Bij vonnis van deze rechtbank van 16 juli 2014 is de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken ten aanzien van:
[naam 1],
[adres]
[woonplaats] ,
schuldenaar,
bewindvoerder: P.R. Suvaal-Laurens.

1.De procedure

De bewindvoerder heeft op 4 april 2017 schriftelijk verslag uitgebracht over de beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling.
De meervoudige kamer heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- proces-verbaal van de behandeling van de beëindiging van de
schuldsaneringsregeling van 1 juni 2017;
  • tussenvonnis 6 juli 2017;
  • stand van zaken van de bewindvoerder aan de rechtbank van 25 augustus 2017.
In het tussenvonnis van 6 juli 2017 heeft de meervoudige kamer de voortzetting van de behandeling van de beëindiging van de schuldsaneringsregeling bepaald op
31 augustus 2017. In het tussenvonnis is verder bepaald dat schuldenaar professionele hulp dient te zoeken in de vorm van maatschappelijk werk en beschermingsbewind. Schuldenaar is verzocht om zijn maatschappelijk werker en (beoogd) beschermingsbewindvoerder te vragen de zitting van 31 augustus 2017 bij te wonen. Afhankelijk van de inspanningen van schuldenaar om zich van deze hulp te voorzien, zal dan beoordeeld worden of hij voor een verlenging van de regeling in aanmerking komt en zo ja, hoe lang deze verlenging zal zijn.
Ter zitting van 31 augustus 2017 zijn verschenen en gehoord:
  • schuldenaar;
  • de heer mr. M.J. de Jongh;
  • de heer G.J. van Rossen, waarnemend bewindvoerder;
  • mevrouw [naam 2] , vriendin van schuldenaar.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De standpunten

De bewindvoerder heeft in haar laatste stand van zaken van 25 augustus 2017 gemeld dat schuldenaar geen informatie meer heeft verstrekt sinds het tussenvonnis van 6 juli 2017. Daarnaast heeft schuldenaar twee keer € 50,00 aan de boedel afgedragen.
Ter terechtzitting heeft de bewindvoerder aangevoerd dat er geen wijzigingen zijn ten opzichte van de laatste stand van zaken. De boedelachterstand bedraagt ongeveer € 4.500,-. De boedelvoorstand van € 1.040,- van de vriendin van schuldenaar, die op 6 juli 2017 de schone lei heeft gekregen, kan mogelijk aangewend worden voor het inlopen van deze achterstand. Tevens heeft de bewindvoerder opgemerkt dat schuldenaar nu gedurende drieëntwintig maanden niet aan de sollicitatieverplichting heeft voldaan.
Ter terechtzitting heeft schuldenaar verklaard dat hij getracht heeft om maatschappelijk werk in te schakelen om hem te helpen bij de sollicitatieverplichting. Schuldenaar heeft binnenkort een afspraak bij het Kralingse informatiecentrum. Daarnaast heeft schuldenaar een aanmeldformulier naar Stichting de Rotonde verzonden voor het aanvragen van beschermingsbewind. Gebleken is echter dat het aanmeldformulier niet is aangekomen bij Stichting de Rotonde. Schuldenaar heeft tevens ter terechtzitting gesteld dat hij de afgelopen periode diverse sollicitaties heeft verricht. Schuldenaar heeft voorts ter terechtzitting gesteld dat hij niet zelfstandig de verplichtingen van de schuldsaneringsregeling kan nakomen en de hulp nodig heeft van een maatschappelijk werker en een beschermingsbewindvoerder.

3.De beoordeling

De schuldsaneringsregeling biedt een schuldenaar in een problematische schuldensituatie de mogelijkheid om na drie jaar een schone lei te verkrijgen. Dit betekent in de voorliggende regeling dat een groot deel van de schuld van € 20.210,68 niet langer opeisbaar is. Tegenover dit perspectief staat een aantal niet lichtvaardig op te vatten verplichtingen. Zo dient de schuldenaar gedurende de toepassing van de regeling onder meer de bewindvoerder gevraagd en ongevraagd te informeren, zijn inkomen boven het vrij te laten bedrag af te dragen aan de boedelrekening en zich aantoonbaar tot het uiterste in te spannen om een fulltime dienstbetrekking te verkrijgen. Hiernaast mogen tijdens de toepassing van de schuldsaneringsregeling geen nieuwe schulden ontstaan. Van de schuldenaar wordt een actieve houding verwacht bij het naleven van voornoemde verplichtingen. De rechtbank oordeelt dat schuldenaar toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de verplichtingen en overweegt daartoe als volgt.
Schuldenaar heeft ter terechtzitting geen bewijsstukken overgelegd waaruit blijkt dat hij daadwerkelijk heeft gesolliciteerd de afgelopen periode, zelfs niet na het tussenvonnis van 6 juli 2017. Daarnaast heeft schuldenaar een forse boedelachterstand laten ontstaan.
Schuldenaar heeft erkend dat hij is tekortgeschoten in de naleving van de sollicitatiever-plichting en de afdrachtverplichting. Het lukt hem niet om zijn verplichtingen in daden om te zetten. Schuldenaar mist zelfdiscipline.
Dat bovengenoemde tekortkomingen schuldenaar niet te verwijten zijn, is onvoldoende aannemelijk geworden. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat schuldenaar, in elk geval na de waarschuwingsbrief van de rechter-commissaris van 12 april 2016, de behandeling van de voordracht tot tussentijdse beëindiging op 3 augustus 2016, 14 oktober 2016 en 19 oktober 2016 alsmede het vonnis van 29 november 2016, waarin de voordracht is afgewezen, van de verplichtingen van de schuldsaneringsregeling goed op de hoogte moet zijn geweest. Schuldenaar heeft alle gelegenheid gehad om hulp in te schakelen. Zo is hem in het tussenvonnis van 6 juli 2017 nog uitdrukkelijk in overweging gegeven om maatschappelijk werk in te schakelen en zich onder beschermingsbewind te laten stellen om zo alsnog in aanmerking te kunnen komen voor een verlenging van de looptijd en, uiteindelijk, de schone lei. De stappen die schuldenaar daartoe sinds dat tussenvonnis – nu acht weken geleden – heeft ondernomen om maatschappelijk werk in te schakelen en zich onder beschermingsbewind te laten stellen zijn naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende, terwijl niet gebleken is dat hij daartoe – desnoods met behulp van zijn advocaat – niet in staat was.
De schone lei zal worden daarom geweigerd.
De rechtbank zal het salaris van de bewindvoerder en de door deze gemaakte kosten vaststellen.

4.De beslissing

De rechtbank:
- stelt vast dat de schuldenaar toerekenbaar in de nakoming van een of meer uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen is tekortgeschoten;
- bepaalt dat de toepassing van de schuldsaneringsregeling eindigt op het moment dat de slotuitdelingslijst verbindend is geworden, doch dat de uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen van schuldenaar eindigen op 16 juli 2017;
- stelt het salaris voor de bewindvoerder, één en ander inclusief onkosten en omzetbelasting, vast op het aanwezig actief tot een bedrag van maximaal € 3.223,08
Dit vonnis is gewezen door mrs. W.J. Roos-van Toor, A.M. van Kalmthout en M. Aukema, rechters, en in aanwezigheid van J. Hillen-Huizer, griffier, in het openbaar uitgesproken op 14 september 2017. [1]

Voetnoten

1.Tegen deze uitspraak kan degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak, hoger beroep instellen. Het hoger beroep kan uitsluitend door een advocaat worden ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof dat van deze zaak kennis moet nemen.