Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het tenlastegelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 maand voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, ambulante behandeling en zich houden aan aanwijzingen van de reclassering, alsmede een taakstraf voor de duur van 220 uur subsidiair 110 dagen vervangende hechtenis met aftrek van voorarrest.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
Tegen de jeugdige verdachten zijn (deels voorwaardelijke) werkstraffen en (deels voorwaardelijke) jeugddetentie geëist.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
220 (tweehonderdtwintig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
20 (twintig) uur, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld
op 2 (twee) jaar, na te melden voorwaarden overtreedt;
196 (honderdzesennegentig) urente verrichten taakstraf resteert;
98 (achtennegentig) dagen;
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;