In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 21 september 2017 uitspraak gedaan in het geschil tussen Q-Park Operations Netherlands II B.V. en de raad van de gemeente Hengelo. De rechtbank beoordeelt het Vaststellingsbesluit van de gemeente Hengelo, dat de exploitatie van de gemeentelijke parkeergarage 'De Beurs' aanmerkt als een economische activiteit in het algemeen belang volgens artikel 25h van de Mededingingswet. Eiseres, Q-Park, heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, omdat zij van mening is dat het besluit niet voldoet aan de zorgvuldigheidseisen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en dat er geen deugdelijke onderbouwing is voor de stelling dat het besluit in het algemeen belang is. De rechtbank oordeelt dat het Vaststellingsbesluit niet voldoet aan artikel 3:2 van de Awb, omdat verweerder geen gedegen onderzoek heeft verricht naar de effecten van de lagere parkeertarieven op het parkeren in de binnenstad en de belangen van derden niet heeft meegewogen. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit, behoudens voor zover het bezwaar van 12 februari 2016 niet-ontvankelijk is verklaard, en herroept het primaire besluit. Tevens wordt verweerder veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan eiseres.