ECLI:NL:RBROT:2017:7085
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter mr. C.H. Kemp-Randewijk door verzoeker niet-ontvankelijk verklaard wegens te late indiening
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 31 mei 2017 uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van een verzoeker, dat was ingediend tegen mr. C.H. Kemp-Randewijk, rechter in de rechtbank Rotterdam. Het wrakingsverzoek was gebaseerd op een brief van de griffier, gedateerd 7 april 2017, waarin feiten en omstandigheden werden uiteengezet die aanleiding gaven tot het verzoek. Echter, het verzoek tot wraking werd pas op 2 mei 2017 ingediend, wat volgens de rechtbank te laat was. De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek niet tijdig was ingediend, zoals vereist door artikel 37 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De rechtbank benadrukte dat de termijn voor het indienen van een wrakingsverzoek onmiddellijk na het bekend worden van de feiten en omstandigheden dient te worden gerespecteerd, en dat een overschrijding van deze termijn niet verschoonbaar was. Hierdoor werd de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn wrakingsverzoek.