Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van de onder 1, 2, 3 primair, 4, 5 en 6 ten laste gelegde feiten;
- primair veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 jaren met aftrek van voorarrest, alsmede ter beschikkingstelling van de verdachte met bevel tot dwangverpleging;
- subsidiair veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 jaren met aftrek van voorarrest.
4.Waardering van het bewijs
Dreigtelefoon 1
Dreigtelefoon 2
24mei 2016 te Hellevoetsluis wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 2] met het oogmerk die [slachtoffer 2] te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, door
24mei 2016 te Hellevoetsluis wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] met het oogmerk die [slachtoffer 1] te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, door in genoemde periode
5.Strafbaarheid feiten
Opzettelijk brand stichten terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is en levensgevaar voor een ander te duchten is;
Opzettelijk brand stichten terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
Primair: Belaging;
Opzettelijk brand stichten terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
Belaging;
Opzettelijk brand stichten terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is en levensgevaar voor een ander te duchten is.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
Ten aanzien van de eis tot oplegging van de maatregel TBS met dwangverpleging
- De verdachte is eerder onder behandeling geweest voor zijn geestelijke gesteldheid (een opname van twee weken in Delta Psychiatrisch Centrum) en heeft hiervoor medicatie (antidepressiva) gekregen en ingenomen. De verdachte was depressief, had zelfmoordneigingen en zou zelf hebben verklaard dat hij borderline had en hiervoor medicatie innam.
- De deskundigen van het PBC hebben aanwijzingen voor zowel borderline als narcistische persoonlijkheidsdynamiek bij de verdachte geconstateerd: gemakkelijk getriggerde verongelijktheid, stemmingswisselingen, reacties op verlating en buitensluiting (suïcidepoging), moeite om het leven sociaal-emotioneel en maatschappelijk op de rit te houden.
- Het gedrag van de verdachte vertoont, naar de mening van de officier van justitie, veel overeenkomsten met het gedrag van iemand met een borderline persoonlijkheidsstoornis. Daarbij heeft de officier van justitie het gedrag van de verdachte getoetst aan de DSM-IV criteria van een borderline persoonlijkheidsstoornis.
- De reactie van de verdachte door het plegen van ernstige strafbare feiten als brandstichtingen en belaging en de wijze waarop de verdachte daarbij te werk is gegaan (zeer planmatig) staan in geen verhouding tot de geringe aanleiding (verbroken relatie) tot het plegen van die ernstige strafbare feiten en vormt een aanwijzing voor een persoonlijkheidsproblematiek.
8.In beslag genomen voorwerpen
9.Vorderingen benadeelde partijen/ schadevergoedingsmaatregelen
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) jaar;
- gelast de teruggave aan verdachte van:
€ 3361,71 (zegge: drieduizend driehonderd eenenzestig euro en eenenzeventig euro cent), bestaande uit € 861,71 aan materiële schade en € 2.500,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 24 mei 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 2953,40 (zegge: tweeduizend negenhonderd drieënvijftig euro en veertig euro cent), bestaande uit € 453,40 aan materiële schade en € 2.500,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 24 mei 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 6315,11(hoofdsom,
zegge: zesduizend driehonderd vijftien euro en elf euro cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 mei 2016 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 6315,11 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
66 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.