ECLI:NL:RBROT:2017:7036
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in civiele procedure
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Rotterdam op 13 juli 2017 een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoek was ingediend door een vennootschap, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. B. van Mieghem, tegen mr. C. Sikkel, de rechter in een vrijwaringsprocedure. De wraking was gegrond op de inhoud van een tussenvonnis van 7 juni 2017, waarin de rechter enkele rechtsoverwegingen had gemaakt die de verzoekster als onbegrijpelijk en vooringenomen beschouwde. De wrakingskamer oordeelde dat de juridische oordelen en de motivering van de rechter niet zo onbegrijpelijk waren dat ze alleen door vooringenomenheid konden worden verklaard. Het verzoek tot wraking kan niet worden gebruikt om de juistheid van een beslissing inhoudelijk aan de orde te stellen; daarvoor is hoger beroep de juiste weg. De wrakingskamer concludeerde dat er geen zwaarwegende aanwijzingen waren voor de vrees van de verzoekster dat de rechter niet onpartijdig was. De beslissing om het wrakingsverzoek af te wijzen werd genomen na een zorgvuldige afweging van de aangevoerde gronden en de context van de procedure.