ECLI:NL:RBROT:2017:7032

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 mei 2017
Publicatiedatum
12 september 2017
Zaaknummer
526725 / HA RK 17-399 en 526727 / HA RK 17-401
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek buiten behandeling gesteld wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid

Op 11 mei 2017 heeft de meervoudige kamer voor wrakingszaken van de Rechtbank Rotterdam de verzoeken tot wraking van de rechters in de meervoudige strafkamer behandeld. De verzoekers, vertegenwoordigd door hun advocaten, hebben de rechters gewraakt, maar de wrakingskamer heeft het verzoek tot aanhouding van de behandeling afgewezen. De verzoekers voerden aan dat zij zich niet optimaal konden verdedigen zonder rechtsbijstand, maar de rechters oordeelden dat de verzoekers voldoende gelegenheid hadden gehad om met hun advocaten te overleggen. De wrakingsverzoeken zijn vervolgens behandeld, maar de verzoekers hebben geen feiten of omstandigheden aangedragen die de vrees voor partijdigheid van de rechters objectief zouden rechtvaardigen. De rechtbank concludeerde dat de verzoeken tot wraking kennelijk ongefundeerd waren en heeft deze buiten behandeling gesteld. De beslissing werd genomen door de rechters A.N. van Zelm van Eldik, A.P. Hameete en A.I. van Strien, en werd uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier J.A. Faaij.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Meervoudige kamer voor wrakingszaken
Zaaknummers / rekestnummers: 526725 / HA RK 17-399 en 526727 / HA RK 17-401
Beslissing van 11 mei 2017
op de verzoeken van
[naam verzoeker 1],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [adres],
raadsman mr. S. Schuurman, advocaat te Breukelen
en
[naam verzoeker 2],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [adres],
raadsman mr. L. de Leon, advocaat te Utrecht,
strekkende tot wraking van:
mr. A.N. van Zelm van Eldik,
mr. A.P. Hameeteen
mr. A.I. van Strien,rechters in de meervoudige kamer voor wrakingszaken in de rechtbank Rotterdam (hierna: de rechters).

1.Het procesverloop en de processtukken

Ter openbare terechtzitting van 11 mei 2017 van de meervoudige kamer voor wrakings-zaken in deze rechtbank, van welke kamer de rechters deel uitmaken, zijn behandeld de door verzoekers gedane verzoeken tot wraking van de rechters van de meervoudige strafkamer in deze rechtbank.
Die wrakingsprocedures dragen als kenmerk 526722 / HA RK 17-396 respectievelijk 526723 / HA RK 17-397.
Bij gelegenheid van die behandeling hebben verzoekers de wrakingskamer verzocht om de behandeling van de wrakingsverzoeken aan te houden omdat verzoekers zich wilden voorzien van rechtsbijstand door een advocaat. De wrakingskamer heeft over dit verzoek beraadslaagd en heeft daarna als beslissing meegedeeld dat dit verzoek tot aanhouding werd afgewezen omdat verzoekers over hun wrakingsverzoeken met hun advocaat hebben kunnen overleggen en zij ook op dit moment nog een advocaat hebben. Vervolgens hebben verzoekers de wraking van de rechters verzocht.
De wrakingsverzoeken zijn onmiddellijk na indiening behandeld, aansluitend aan de zitting waarop de rechters zijn gewraakt.
Ter zitting van 11 mei 2017, alwaar de wrakingsverzoeken zijn behandeld, zijn verschenen: verzoekers, de rechters van de meervoudige strafkamer, alsmede de officieren van justitie mr. M. van Solingen en mr. E. Ahbata. Verzoekers hebben hun standpunt nader toegelicht.

2.Het verzoek

2.1
Ter adstructie van het wrakingsverzoek hebben verzoekers het volgende aangevoerd - verkort en zakelijk weergegeven - :
2.1.1
Ter terechtzitting van vandaag hebben wij de rechters van de meervoudige strafkamer gewraakt. Onze advocaten gingen daar niet in mee en staan ons daarin niet bij. Wij hebben echter geen afstand van onze advocaten gedaan. We zitten dus in een patstelling met onze raadslieden.
2.1.2
Een wrakingsverzoek moet goed gefundeerd worden gedaan. Om deze redenen hebben wij de rechters van de wrakingskamer verzocht de behandeling van onze wrakingsverzoeken aan te houden ten behoeve van rechtsbijstand in de wrakingsprocedure door een andere advocaat. Als onze verzoeken tot wraking van de strafrechters nu moeten worden behandeld, moet dat zonder advocaat en worden wij te kort gedaan in onze rechten.
2.1.3
De rechters van de wrakingskamer hebben ons verzoek om aanhouding afgewezen. Wij kunnen ons nu niet optimaal verdedigen. Het gaat in onze strafzaken wel om een strafeis van 10 jaar gevangenisstraf. Wij willen in de wrakingsprocedure goed beslagen ten ijs komen. Als we wat langer de tijd zouden hebben gekregen, zou er wellicht een kantoorgenoot van mijn advocaat ingeschakeld kunnen worden.

3.De beoordeling

3.1
Wraking is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Op grond van hetgeen is bepaald in artikel 512 Sv kan de rechter die een zaak behandelt worden gewraakt. Het middel is derhalve toegekend aan een partij die wenst te voorkomen dat een rechter die jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans aan een partij die dienaangaande bestaande vrees heeft die objectief gerechtvaardigd is, (nog langer) bemoeienis met de zaak zal hebben.
3.2
Een verzoek tot wraking van de rechter moet de feiten en omstandigheden aanwijzen, op grond waarvan de rechter wordt gewraakt. Het enkele aanduiden van een door de rechter genomen beslissing, die verzoeker onwelgevallig is, levert op zichzelf geen grond voor wraking op.
3.3
Door verzoekers wordt op geen enkele wijze onderbouwd om welke redenen de beslissing en motivering van de rechters tot afwijzing van het verzoek om aanhouding van de behandeling van de verzoeken tot wraking van de strafrechters zozeer onbegrijpelijk is, dat daarvoor redelijkerwijze geen andere verklaring is te geven dan dat de beslissing door vooringenomenheid is ingegeven. De verzoeken tot wraking zijn evenmin gebaseerd op andere feiten of omstandigheden die een zwaarwegende aanwijzing zouden moeten vormen voor het oordeel dat de rechters partijdig zijn, althans dat een vrees voor partijdigheid van de rechters naar objectieve maatstaven gerechtvaardigd is. De verzoeken tot wraking zijn dan ook kennelijk ongefundeerd.
3.4
De verzoeken zullen op die grond, met toepassing van het bepaalde in artikel 9.1, laatste volzin, van het Wrakingsprotocol van deze rechtbank buiten behandeling worden gesteld.

4.De beslissing

De rechtbank:
- stelt het verzoek tot wraking van mr. A.N. van Zelm van Eldik, mr. A.P. Hameete en mr. A.I. van Strien wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid buiten behandeling.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.N. van Zelm van Eldik, voorzitter, mr. A.P. Hameete en mr. A.I. van Strien, rechters en door de voorzitter uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 mei 2017 in tegenwoordigheid van J.A. Faaij, griffier.
Verzonden op:
aan:
- verzoekers
- mr. W.L. van der Bijl-de Jong
- mr. J.J. Bade
- mr. C. Laukens
- mr. S. Schuurman
- mr. L. de Leon
- mr. M. van Solingen
- mr. E. Ahbata