8.3De rechtbank constateert met ACM dat eisers de door hen gemaakte tijdsinschatting niet nader hebben onderbouwd. De gemeente heeft in reactie op de stellingen van eisers opgemerkt dat schoonmakers dagelijks aanwezig zijn, voorzien van emmers met sop, en dat schoonmakers niet speciaal voor het schoonmaken van de pasfotoautomaten aanwezig zijn of sop aanmaken. Naar het oordeel van de rechtbank is er geen reden om de door eisers voorgestelde tijdsduur als reëler te beschouwen dan die van de gemeente.
9. Uit wat hiervoor is overwogen volgt dat ACM terecht is uitgegaan van de kostenberekening zoals die door de gemeente is gemaakt. Dit betekent dat de integrale kosten voor de gemeente met betrekking tot haar pasfotoservice per jaar voor de
7 pasfotoautomaten € 12.985,- bedragen.
De jaarlijkse vergoeding door Prontophot en Pasfotopoint
10. De vergoeding die de gemeente van Prontophot ontvangt, bedraagt 15% van de omzet die Prontophot per pasfotoautomaat behaalt. De vergoeding die de gemeente van Pasfotopoint ontvangt betreft een vaste vergoeding van € 150,- exclusief BTW per pasfotoautomaat per maand. De totaal te ontvangen vergoeding, berekend over alle
7 pasfotoautomaten, bedraagt volgens de gemeente € 13.400,- tot € 17.400,- per jaar. ACM heeft overwogen dat, hoewel de vergoeding die de gemeente van Prontophot ontvangt geen gegarandeerd bedrag is maar een bedrag dat afhankelijk is van de omzet die Prontophot per pasfotoautomaat behaalt, de gemeente met deze omzetafhankelijke vergoeding geen onaanvaardbaar risico heeft genomen dat de inkomsten niet toereikend zouden zijn om de integrale kosten te dekken en dat de daadwerkelijke opbrengsten dit onderschrijven nu deze gemiddeld ruimschoots boven de integrale kosten liggen.
De rechtbank kan zich hierin vinden en overweegt dat in louter het omzetafhankelijke karakter van een deel van de vergoeding geen redelijke grond gelegen is om te constateren dat de gemeente niet de integrale kosten heeft doorberekend.
Conclusie