Op 5 september 2017 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van vuurwapenbezit. De zaak werd behandeld in een meervoudige kamer voor strafzaken. De verdachte, geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte], werd bijgestaan door raadsman mr. H.W.F. Klarenaar. Tijdens de zitting op 22 augustus 2017 werd de gewijzigde tenlastelegging besproken, waarin de verdachte werd beschuldigd van het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie op 2 mei 2017 te Hoogvliet. De officier van justitie, mr. M.L.M. Kuiper, eiste een gevangenisstraf van 6 maanden, maar de rechtbank sprak de verdachte vrij van het tweede feit en verklaarde het eerste feit bewezen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een vuurwapen en munitie in zijn woning had, wat gevaarlijk is voor de samenleving. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn medische toestand en het feit dat hij niet eerder voor soortgelijke feiten was veroordeeld. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op de samenleving.