Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) maanden met aftrek van voorarrest.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
240 (tweehonderdenviertig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
238 (tweehonderdachtendertig) urente verrichten taakstraf resteert;
119 dagen.
bestaande uit het betasten en/of vastpakken van haar heupen en/of haar borsten en/of haar lichaamen bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit het onverhoeds vastpakken van die [naam slachtoffer] bij haar heupen en/of borsten
en/of het meermalen, althans eenmaal, slaan en en/of tegen het gezicht en/of het lichaam van die [naam slachtoffer] en/of het (met kracht) vastpakken en/of duwen (op de bank) van die [naam slachtoffer];