hij op of omstreeks 01 oktober 2015 te Rotterdam als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (vrachtauto), zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door met dat motorrijtuig zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend en/of onachtzaam en/of met aanmerkelijke verwaarlozing van de te dezen geboden zorgvuldigheid te rijden op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de Rijksweg A15,
welk genoemd rijgedrag hierin heeft bestaan dat hij, verdachte, toen daar, nadat hij, verdachte, van een motoragent, rijdend op een herkenbare dienstmotorfiets, een teken tot volgen had gekregen, de invoeg-/uitvoegstrook van die Rijksweg A15 was opgereden, alwaar op dat moment in file/langzaamrijdend werd gereden,
op (zeer) korte afstand achter die motoragent heeft gereden en/of
zonder zich voldoende ervan te hebben vergewist dat de motorrijder zich niet meer (kort) vóór of in de nabijheid van zijn voertuig bevond (gas gevend) meermalen, althans eenmaal, tegen de achterzijde van die dienstmotorfiets is aangebotst of aangereden en/of
(aldus rijdend) niet in staat was zijn voertuig tot stilstand te brengen of af
te remmen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze
vrij was,
waardoor die motorrijder ten val is gekomen en door die vrachtwagen werd overreden,
als gevolg waarvan die motorrijder, genaamd [naam slachtoffer] , zwaar lichamelijk letsel (te weten armletsel, waardoor gedeeltelijke amputatie noodzakelijk was) of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;