Uitspraak
[naam verdachte] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam, locatie De Schie,
Onderzoek op de terechtzitting
Tenlastelegging
Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 1 subsidiair, 2 subsidiair, 3, 4, en 5 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich zal gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering, zoals aangegeven in het reclasseringsrapport, waarbij binnen de geadviseerde ambulante behandeling ook nader gekeken zal worden naar het alcoholgebruik van de verdachte.
Bewijsoverwegingen
Feit 1
De daadwerkelijke afstand tussen de auto van de verdachte en het slachtoffer op het moment dat de verdachte heeft geschoten, is niet komen vast te staan, maar niet ter discussie staat dat die afstand minder dan 60 meter is geweest. Het verschoten patroon betrof een met 300 hagelkorrels geladen patroon met een diameter van 2,75 mm. Bij het verschieten van een patroon van dit type is perforatie van de menselijke huid mogelijk bij een schootsafstand kleiner dan 60 meter.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid feiten
3.
4.
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie
5.
opzettelijk bij geschrift zich jegens een persoon uiten, kennelijk om diens vrijheid om een verklaring naar waarheid of geweten ten overstaan van een ambtenaar af te leggen te beïnvloeden, terwijl hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat die verklaring zal worden afgelegd.
Strafbaarheid verdachte
Motivering straf
Vordering benadeelde partij
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Bijlagen
Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden;
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;