Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde, met uitzondering van het tonen van het mes;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht, in te vullen zoals ter terechtzitting is besproken.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straffen
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
240 (tweehonderd-en-veertig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
234 (tweehonderd-en-vierendertig) urente verrichten taakstraf resteert;
117 (honderd-en-zeventien) dagen;
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) maanden;
2 jaren, na te melden voorwaarden overtreedt;
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- de veroordeelde zal zich gedurende de proeftijd, of zoveel korter als de instelling dit in overleg met de reclassering nodig acht, onder ambulante behandeling stellen van Forensische Polikliniek Palier of een soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering;
- de veroordeelde zal zich inspannen tot het hebben en houden van een zinvolle dagbesteding en inkomen, zo nodig met een ambulante begeleiding, zulks ter beoordeling van de reclassering;
- de veroordeelde zal inzage geven in zijn financiën en zal indien nodig meewerken aan een financieel begeleidingstraject;
€ 158,24 (zegge: honderd-en-achtenvijftig euro en vierentwintig cent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 22 januari 2015 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 158,24(hoofdsom,
zegge: honderd-en-achtenvijftig euro en vierentwintig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 januari 2015 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
4 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;