zij op of omstreeks 21 maart 2017 te Rotterdam, grovelijk, althans
aanmerkelijk onvoorzichtig en/of onoplettend en/of onachtzaam in een woning
gelegen aan de [adres delict] een aansteker en/of lucifers en/of
een sigaret, in ieder geval (open) vuur in aanraking gebracht met papier en/of
een bank, althans met (een) brandbare stof(fen), ten gevolge waarvan het aan
haar schuld te wijten is geweest, dat er brand is ontstaan en/of dat het
interieur en/of het meubilair, waaronder dat/die papier(en) en/of die bank,
en/of meerdere, althans een, gevelelement(en), waaronder de, althans een,
ruit(en) en/of de, althans een, kozijn(en), van de woningen gelegen aan de
[adres 1] , [adres 2] en/of [adres 3] , geheel of
gedeeltelijk is / zijn verbrand, terwijl daardoor gemeen gevaar voor de
omliggende woningen en/of het meubilair en/of het interieur van die woningen,
in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar, althans gevaar
voor zwaar lichamelijk letsel, voor de in de omliggende woningen aanwezige
personen, in elk geval voor een ander of anderen, ontstond;