Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 3 december 2016 met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de conclusie van repliek met producties;
- de conclusie van dupliek.
Rechtbank Rotterdam
In deze civiele procedure heeft de kantonrechter te Rotterdam op 21 augustus 2017 uitspraak gedaan in de zaak tussen Direct Pay Services B.V. en een gedaagde partij. Direct Pay vorderde een bedrag van € 3.073,98, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, op basis van een gestelde cessie van een vordering van T-Mobile op de gedaagde. De gedaagde heeft de vordering betwist en aangevoerd dat er geen rechtsgeldige cessie heeft plaatsgevonden, omdat de vereisten van artikel 3:94 van het Burgerlijk Wetboek niet zijn nageleefd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Direct Pay niet voldoende bewijs heeft geleverd voor de rechtsgeldigheid van de cessie. De akte van cessie die door Direct Pay is overgelegd, voldeed niet aan de eisen van bepaalbaarheid en de gedaagde heeft onbetwist gesteld dat de vordering nog actief geregistreerd staat bij Preventel namens T-Mobile. Hierdoor kon niet worden vastgesteld of de vordering van T-Mobile op de gedaagde onderdeel uitmaakte van de cessie. De kantonrechter heeft de vordering van Direct Pay afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.