Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden met aftrek van voorarrest.
4.Het standpunt van de verdediging
5.Waardering van het bewijs
6.Strafbaarheid feiten
7.Strafbaarheid verdachte
8.Motivering straf
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.Vordering benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregel
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) jaar;
6 (zes) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 2 (twee) jaar, na te melden voorwaarden overtreedt;
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
€ 757,50 (zevenhonderdzevenenvijftig euro en vijftig eurocent), bestaande uit € 7,50 aan materiële schade en € 750,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 1 maart 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde ] te betalen
15 (vijftien) dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;