3.1verzoekt na wijziging van eis:
I. Het aan [verzoeker] gegeven ontslag op staande voet te vernietigen;
II. Werzalit te verplichten om [verzoeker] binnen 24 uur na betekening van de ten deze te
wijzen beschikking weer toe te laten tot het verrichten van de bedongen
werkzaamheden, op straffe van een dwangsom van € 500,-- voor iedere dag of gedeelte
van de dag dat Werzalit hiermee in gebreke blijft;
III. Werzalit te veroordelen om aan [verzoeker] te voldoen het overeengekomen salaris ad
€ 5.882,- bruto per maand te vermeerderen met alle overeengekomen emolumenten,
vanaf 1 maart 2017 tot aan de datum waarop de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal
zijn geëindigd, te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW vanaf
de dag van opeisbaarheid van het salaris en het aldus verhoogde bedrag te
vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van verschuldigdheid tot aan de
dag der algehele voldoening, onder toezending van een deugdelijke specificatie op
straffe van een dwangsom van € 200,- per dag dat Werzalit daarmee in gebreke blijft;
IV. Werzalit te veroordelen tot de terbeschikkingstelling van de bedrijfsauto, laptop en
mobiele telefoon aan [verzoeker] , op straffe van een dwangsom van € 500,-- per dag
voor iedere dag of gedeelte van de dag, vanaf vier dagen na betekening van de te dezen
te wijzen beschikking, dat Werzalit hiermee in gebreke blijft.
V. Werzalit te veroordelen tot betaling aan [verzoeker] van het achterstallige loon over de periode van 1 maart 2017 tot en met 20 maart 2017, te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW vanaf de dag van opeisbaarheid van het salaris en het aldus verhoogde bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van verschuldigdheid tot aan de dag der algehele voldoening, onder toezending van een
deugdelijke specificatie op straffe van een dwangsom van € 200,- per dag dat Werzalit
daarmee in gebreke blijft;
VI. Werzalit te veroordelen om over te gaan tot een correcte eindafrekening van het door
[verzoeker] tot en met 20 maart 2017 opgebouwde vakantiegeld en per die datum
resterende vakantiedagen (uitgaande van een maandloon van € 5.082,- bruto te
vermeerderen met 8% vakantiegeld en de pensioenbijdrage van € 104,63 per maand)
en tot betaling daarvan aan [verzoeker] over te gaan, onder toezending van een
deugdelijke specificatie op straffe van een dwangsom van € 200,- per dag dat Werzalit
daarmee in gebreke blijft;
VII. Werzalit te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding aan [verzoeker] ad
€ 50.000,- bruto, zoals vermeld in punt 44 van het verzoekschrift, dan wel een door de kantonrechter te bepalen billijke vergoeding.
VIII. Werzalit te veroordelen tot betaling van een transitievergoeding aan [verzoeker] ad
€ 10.429,- zoals vermeld onder punt 45 van het verzoekschrift, dan wel een door de kantonrechter te bepalen transitievergoeding;
IX. Werzalit te veroordelen tot betaling van een vergoeding wegens onregelmatige
opzegging aan [verzoeker] ad € 10.377,12 bruto, zoals vermeld onder punt 46 van het
verzoekschrift, dan wel een door de kantonrechter te bepalen vergoeding;
X. Voor recht te verklaren dat [verzoeker] niet gehouden is aan enig concurrentie- en/of
relatiebeding;
Xl. Ook voor het geval de arbeidsovereenkomst van [verzoeker] wel terecht zou zijn
geëindigd door het ontslag op staande voet, Werzalit te veroordelen tot betaling van een
transitievergoeding aan [verzoeker] ad € 10.429 bruto, zoals vermeld onder punt 47 van
het verzoekschrift, dan wel een door de kantonrechter te bepalen transitievergoeding.
Primair, subsidiair en meer subsidiair:
XII. Werzalit te veroordelen tot betaling aan [verzoeker] van de wettelijke rente vanaf de
datum van opeisbaarheid van de hiervoor genoemde bedragen tot aan de dag der algehele voldoening;
XIII. Werzalit te veroordelen om de navolgende rectificatie te zenden aan alle personen
werkzaam binnen Werzalit, onder gelijke toezegging van de adressenlijst die daarbij
wordt gevolgd aan [verzoeker] met de navolgende tekst:
“De kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam heeft op ……………. 2017 te kennen
gegeven dat Werzalit de heer [verzoeker] in maart 2017 ten onrechte op staande voet
heeft ontslagen en dat Werzalit geen redenen heeft kunnen waarmaken op grond
waarvan dat ontslag is verleend. De kantonrechter heeft daarbij aangegeven dat een
rectificatie op zijn plaats is, teneinde de met het ontslag op staande voet toegebrachte
schade zoveel mogelijk teniet te doen. Wij betreuren het leed dat aan de heer [verzoeker]
is toegebracht.”
XIV. Deze beschikking zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.