4.2.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op 28 maart 2017 te Rotterdam tezamen en in vereniging met anderen,
opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld
in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet, ongeveer 198,9 kilogram,van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
hij in de periode van 1 november 2016 tot en met 12 april 2017 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van ongeveer 198,9 kilogram van een materiaal bevattende cocaïne,
zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I,
voor te bereiden en te bevorderen
anderen gelegenheid en middelen en inlichtingen tot
het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen envoorwerpen en/of vervoermiddelenvoorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had
te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van het hierboven bedoelde
feit,
hebbende/is verdachte en (een of meer van) zijn mededaders
- ontmoetingen met zijn mededaders gehad in Rotterdam en elders
in Nederland en- een telefoon in ontvangst genomen, en
- telefonisch en per sms contacten onderhouden met zijn mededader(s), en
- met zijn auto zijn mededaders vervoerd naar het
terrein van [naam bedrijf 1] en naar terrein van
[naam bedrijf 2] , alwaar het motorschip [naam schip] lag
aangemeerd, en
- met gebruikmaking van zijn toegangsbadge samen met die mededaders het
terrein van [naam bedrijf 1] enterrein van
[naam bedrijf 2] betreden, en
- meermalen, tegen de bemanning van het motorschip [naam schip]
gezegd dat hij, verdachte, voor werkzaamheden aan boord van het schip moest
zijn en dat zijn mededaders zijn stagiaires waren, en
- ( aldus) samen met zijn mededaders aan boord gegaan van het voornoemd
motorschip, en
- met een knipschaar een slot op de toegangsdeur naar de voorpiek van dat
motorschip opengeknipt;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.