7.3.2.Rapportages
Bouman GGZ, afdeling reclassering heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 25 januari 2017. Dit rapport houdt het volgende in.
De verdachte heeft een fors justitieel verleden, hetgeen zich kenmerkt door vermogensdelicten. Bij veroordeling maakt het huidige delict onderdeel uit van een delictpatroon. Op basis van zijn justitiële verleden is het aannemelijk dat het plegen van strafbare feiten gerelateerd is aan zijn verslavingsproblematiek en zijn instabiele sociaal maatschappelijke situatie ten tijde van het delict. Momenteel is het leven van de verdachte op meerdere vlakken verbeterd, de verdachte heeft huisvesting, een inkomen en binnenkort start hij met dagbesteding. Tevens krijgt hij begeleiding en behandeling van het forensisch ACT team van Bouman GGZ. De bestaande begeleiding past bij de mogelijkheden van de verdachte. Ook is hij gemotiveerd om zich te houden aan de afspraken, omdat het behouden van zijn woonplek bij de IBW belangrijk voor hem is. Tegelijkertijd wordt ingeschat dat de verdachte, gelet op zijn verleden, gedurende het traject extra gemotiveerd zal moeten worden.
Het recidiverisico wordt op basis van de beschikbare informatie ingeschat als hoog.
Geadviseerd wordt een (gedeeltelijk) voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden op te leggen. Hierbij worden de volgende bijzondere voorwaarden geadviseerd: meldplicht, (ambulante) behandelverplichting, opname in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang, andere voorwaarden het gedrag betreffende, te weten de verplichting om zijn financiële situatie op orde te krijgen en te behouden en tot het vinden van passende dagbesteding.
Bouman GGZ, afdeling reclassering heeft een “voortgangsverslag toezicht aan opdrachtgever” over de verdachte opgemaakt, gedateerd 7 juni 2017 respectievelijk 18 juli 2017.
- Het verslag van 7 juni 2017 houdt het volgende in.
Het schorsingstoezicht van de verdachte is gestart op 8 december 2016. De verdachte verblijft inmiddels bij de Intensieve Beschermde Woonvorm (IBW) [naam woonvorm] . Hij heeft zich gehouden aan de afspraken in het kader van de meldplicht met de reclassering, echter uit contact met het personeel van de forensische ACT komt naar voren dat het contact met hen stroef verloopt. De verdachte heeft zich in de maand januari 2017 onttrokken aan toezicht en werd toen gesanctioneerd. Een van de andere regels is dat hij niet mag blowen op zijn kamer, echter aan deze regel heeft de verdachte zich niet kunnen houden en werd hij op 3 maart 2017 gesanctioneerd en kreeg een officiële waarschuwing.
Contact met de behandelaren van het FACT-team wijst uit dat de verdachte zich naar hen vermijdend heeft opgesteld. De verdachte was bekend met problematisch (hard-) drugsgebruik. Hij geeft aan sinds drie jaar gereguleerd cocaïne te gebruiken. Wel zou hij dagelijks blowen. De verdachte krijgt vanuit het FACT-team onder andere begeleiding bij praktische zaken. Momenteel loopt er een aanmelding voor schuldhulpverlening en krijgt de verdachte ondersteuning bij het op orde krijgen van zijn financiën.
De verdachte heeft dagbesteding, hij werkt bij de IBW [naam woonvorm] in de voortuin. Daarnaast verricht de verdachte hand en spandiensten voor zijn hulpbehoevende moeder.
Hij geeft aan een omvangrijk sociaal netwerk van familie te hebben, waar hij het grootste gedeelte van zijn vrije tijd aan besteedt.
Het middelengebruik van de verdachte leek problematisch. Het harddruggebruik van de verdachte zou gereguleerd zijn. Het reclasseringstoezicht als stok achter de deur en de behandeling van het FACT-team lijkt de kans op recidive mogelijk te kunnen beperken.
De verdachte heeft hij te kennen gegeven dat hij wel wilt meewerken aan een reclasseringstoezicht met een looptijd van twee jaar. Om deze reden lijkt de kans van slagen van het opleggen van een regulier toezicht gewenst.
De reclassering ziet nog mogelijkheden om het recidiverisico te kunnen beperken. De tijdens het toezicht ingezette interventies zijn nog actief.
- Het verslag van 18 juli 2017 houdt het volgende in.
Blijkens informatie van personeel van de [naam woonvorm] , wordt de verdachte omschreven als een man die zich goed conformeert binnen de intensief beschermde woonvorm. Na maart 2017 hoefde hij niet meer te worden gesanctioneerd daar hij zich aan de regels houdt.
Mocht onder toezichtgestelde een gevangenisstraf opgelegd krijgen, dan is de kans dat de veroordeelde na zeven weken zijn plaats bij de Intensieve Beschermde Woonvorm zal verliezen. Het recidiverisico wordt ingeschat als gemiddeld. In het lopende toezicht is ingezet op abstinentie van cocaïne. De reclassering heeft nog enige fiducie in het slagen van het toezicht omdat de verdachte thans ander gedrag laat zien. De reclassering hoopt dat aan de verdachte nog een laatste kans wordt gegeven om zijn leven in goede banen te kunnen leiden. Een detentie zou dit alles kunnen doorkruisen.