ECLI:NL:RBROT:2017:6085
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopig getuigenverhoor in Engelse civiele procedure tot vernietiging van arbitrale beslissing
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 1 augustus 2017 een beschikking gegeven in een verzoek om een voorlopig getuigenverhoor, ingediend door Conqueror Holdings Limited. Conqueror verzocht om bewijs te vergaren in het kader van een Engelse procedure waarin Glencore Grain B.V. de vernietiging van een eerdere arbitrale uitspraak vorderde. De rechtbank moest beoordelen of zij rechtsmacht had om kennis te nemen van het verzoek van Conqueror, gezien het internationale karakter van de zaak en de vestigingsplaatsen van de partijen. De rechtbank concludeerde dat zij rechtsmacht had, omdat Glencore in Nederland woonachtig is. Vervolgens werd de relatieve bevoegdheid beoordeeld, waarbij de rechtbank oordeelde dat de rechter te Rotterdam bevoegd was op basis van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
De rechtbank ging verder in op het toepasselijke recht en oordeelde dat het verzoek beoordeeld moest worden aan de hand van Nederlands recht. De rechtbank concludeerde dat het verzoek om een voorlopig getuigenverhoor niet toewijsbaar was, omdat het verzoek betrekking had op bewijsvergaring in een buitenlandse procedure en niet voldaan was aan de eisen van de goede procesorde. Conqueror werd als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die tot op heden waren begroot op € 452,--. De beslissing werd openbaar uitgesproken door mr. A.F.L. Geerdes.