ECLI:NL:RBROT:2017:6064

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 juli 2017
Publicatiedatum
7 augustus 2017
Zaaknummer
10/681097-17
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot medeplegen van oplichting en medeplegen van verduistering met intimiderende wijze van handelen

Op 14 juli 2017 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die ten tijde van het onderzoek preventief gedetineerd was. De verdachte is beschuldigd van poging tot medeplegen van oplichting en medeplegen van verduistering. De feiten vonden plaats op 7 april 2017 in Dordrecht, waar de verdachte samen met mededaders een vrouw heeft benaderd met de bedoeling haar te dwingen geld af te geven voor brandstof. De verdachte heeft de vrouw geïntimideerd door dreigende woorden te gebruiken en haar auto te blokkeren. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 94 dagen, maar de rechtbank oordeelde dat de intimiderende wijze van handelen van de verdachte zwaar meeweegt in de strafmaat. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 60 dagen, met aftrek van voorarrest. De rechtbank oordeelde dat de bewezen feiten strafbaar zijn en dat er geen omstandigheden zijn die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen bij het bepalen van de straf.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/681097-17
Datum uitspraak: 14 juli 2017
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteland verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in
de Penitentiaire Inrichting Krimpen aan den IJssel,
raadsman mr. P.D. Popescu, advocaat te Amsterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 14 juli 2017.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.
De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. R.S. Dhoen heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het onder 1 primair ten laste gelegde;
  • bewezenverklaring van het onder 1 subsidiair en 2 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 94 dagen met aftrek van voorarrest.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak zonder nadere motivering
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder 1 primair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
4.2.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het onder 1 subsidiair en 2 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1. subsidiair
hij, op of omstreeks 07 april 2017 te Dordrecht, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door (een) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels [naam slachtoffer 1] te bewegen tot de afgifte van geld (60,47 euro), in elk geval van enig goed, is verdachte en/of zijn mededaders met voren omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- voor de auto, waarin die [naam slachtoffer 1] reed, gaan staan en/of (vervolgens) die [naam slachtoffer 1] gedwongen om stil te gaan staan en/of
- die [naam slachtoffer 1] , (in ruil voor zijn, verdachtes, gouden sieraden), om hulp heeft gevraagd in de vorm van geld (voor brandstof) en/of heeft gevraagd om hem naar een tankstation te rijden omdat zijn, verdachtes, tank leeg was en hij geen geld had en/of
- het portier van de auto van die [naam slachtoffer 1] heeft geopend en/of in die auto is gaan zitten en/of
- die [naam slachtoffer 1] de woorden heeft toegevoegd: "I kill you", althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking, en/of
- ( de medeverdachten) in een andere auto achter die auto van die [naam slachtoffer 1] zijn aangereden en/of
- de hand van die [naam slachtoffer 1] heeft vastgepakt en/of de hand van die [naam slachtoffer 1] heeft gezoend en/of
- zijn, verdachtes, horloge en/of ring en/of telefoon in de auto heeft gelegd als onderpand en/of borg voor de benzine en daarbij die [naam slachtoffer 1] de woorden heeft toegevoegd: "For you", althans woorden van soortgelijke strekking, en/of
- naar een tankstation is/zijn gereden en/of met die andere auto brandstof heeft/hebben getankt en/of
- de voor onderpand en/of borg aangeboden horloge en/of ring en/of telefoon, zonder dat die [naam slachtoffer 1] het wist, terug heeft gepakt en/of
- ( vervolgens) die [naam slachtoffer 1] haar pinpas in het pinapparaat heeft/hebben laten steken om de getankte brandstof te gaan betalen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij, op of omstreeks 07 april 2017 te Dordrecht, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk 37,35 liter benzine, in elk geval een hoeveelheid brandstof, geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en welke benzine verdachte en/of zijn mededader(s) bij een voor zelfbediening ingerichte benzinepompinstallatie, gelegen aan de A16, had(den) getankt, onder gehoudenheid die benzine te betalen en welke benzine verdachte en/of zijn mededader(s) aldus en in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had(den), wederrechtelijk zich heeft/hebben toegeëigend.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
t.a.v. feit 1 subsidiair: poging tot medeplegen van oplichting;
t.a.v. feit 2: medeplegen van verduistering.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft samen met zijn mededaders een willekeurige voorbijgangster (aangeefster [naam slachtoffer 1] ) gepoogd op te lichten. Daartoe heeft de verdachte aangeefster gedwongen om haar auto te laten stoppen, waarna hij hulp heeft gevraagd omdat hij en zijn mededaders geen geld zou hebben en zonder benzine waren komen te zitten. Vervolgens is de verdachte tegen de wil van aangeefster in haar auto gestapt. Hij heeft haar goederen van geringe waarde aangeboden om geld of benzine te ontvangen. Onderweg naar een benzinestation heeft de verdachte de hand van aangeefster beet gepakt en meerdere keren gekust. De mededaders zijn achter aangeefster aangereden. Bij het benzinestation is de verdachte nog met aangeefster meegelopen naar de kassa en is bij haar in de buurt blijven staan. Deze hele gang van zaken heeft aangeefster als zeer intimiderend ervaren.
Hierbij komt dat de verdachte en zijn mededaders hebben getankt en zonder af te rekenen, zijn weggereden.
Door zijn handelen heeft de verdachte niet alleen misbruik gemaakt van het vertrouwen van aangeefster en het benzinestation, hij heeft zijn eigen belang boven dat van anderen gesteld. In het bijzonder wordt de intimiderende wijze van handelen van de verdachte hem door de rechtbank zwaar aangerekend. Dat, zoals hij heeft verklaard, deze handelwijze gebruikelijk is binnen de kring van Roma waaruit hij afkomstig is, is in geen enkel opzicht een omstandigheid die in zijn voordeel kan worden uitgelegd. Het op deze manier uit gewoonte handelen, is nu juist een bevestiging van het totaal ontbreken van elk besef van de onwenselijkheid daarvan.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
21 juni 2017, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder in Nederland is veroordeeld voor strafbare feiten.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. De rechtbank is van oordeel dat – gelet op de intimiderende wijze van het handelen van de verdachte – een zwaardere straf in onderhavig geval gerechtvaardigd is, maar acht een straf zoals geëist door de officier van justitie te fors.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 45, 47, 57, 321 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 1 primair ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 subsidiair en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 60 (zestig) dagen;
beveelt dat de tijd van 94 (vierennegentig) dagen die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. W.H.J. Stemker Köster, voorzitter,
en mrs. V.F. Milders en D. van Putten, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. N.M. Verduijn, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 14 juli 2017.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij,
op of omstreeks 07 april 2017 te Dordrecht, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen.
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [naam slachtoffer 1] te dwingen tot de afgifte van geld (60,47 euro), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [naam slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders.
en/of
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen
geld (60,47 euro), geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 1] , in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen
die [naam slachtoffer 1] , te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
- voor de auto, waarin die [naam slachtoffer 1] reed, is gaan staan en/of (vervolgens) die [naam slachtoffer 1] heeft gedwongen om stil te gaan staan en/of
- die [naam slachtoffer 1] om geld (voor brandstof) heeft gevraagd en/of heeft gevraagd om naar een tankstation te rijden en/of
- het portier van de auto van die [naam slachtoffer 1] heeft geopend en/of in die auto is gaan zitten en/of
- die [naam slachtoffer 1] de woorden heeft toegevoegd: "I kill you", althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking, en/of
- ( de medeverdachten) in een andere auto achter die auto van die [naam slachtoffer 1] zijn aangereden en/of
- de hand van die [naam slachtoffer 1] heeft vastgepakt en/of de hand van die [naam slachtoffer 1] heeft gezoend en/of
- zijn, verdachtes, horloge en/of ring en/of telefoon in de auto heeft gelegd en daarbij die [naam slachtoffer 1] de woorden heeft toegevoegd: "For you", althans woorden van soortgelijke strekking, en/of
- naar een tankstation is/zijn gereden en/of met die andere auto brandstof heeft/hebben getankt en/of
- ( vervolgens) die [naam slachtoffer 1] haar pinpas in het pinapparaat heeft/hebben laten steken om de getankte brandstof te gaan betalen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
(meer) subsidiair
voor zover het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring kan/mocht leiden:
hij,
op of omstreeks 07 april 2017 te Dordrecht, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door (een) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels [naam slachtoffer 1] te bewegen tot de afgifte van geld (60,47 euro), in elk geval van enig goed,
is verdachte en/of zijn mededaders met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- voor de auto, waarin die [naam slachtoffer 1] reed, gaan staan en/of (vervolgens) die [naam slachtoffer 1] gedwongen om stil te gaan staan en/of
- die [naam slachtoffer 1] , (
in ruil voor zijn, verdachtes, gouden sieraden), om
hulp heeft gevraagdin de vorm van geld (voor brandstof) en/of heeft gevraagd om
hemnaar een tankstation te rijden
omdat zijn, verdachtes, tank leeg was en hij geen geld haden/of
- het portier van de auto van die [naam slachtoffer 1] heeft geopend en/of in die auto is gaan zitten en/of
- die [naam slachtoffer 1] de woorden heeft toegevoegd: "I kill you", althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking, en/of
- ( de medeverdachten) in een andere auto achter die auto van die [naam slachtoffer 1] zijn aangereden en/of
- de hand van die [naam slachtoffer 1] heeft vastgepakt en/of de hand van die [naam slachtoffer 1] heeft gezoend en/of
- zijn, verdachtes, horloge en/of ring en/of telefoon in de auto heeft gelegd
als onderpand en/of borg voor de benzineen daarbij die [naam slachtoffer 1] de woorden heeft toegevoegd: "For you", althans woorden van soortgelijke strekking, en/of
- naar een tankstation is/zijn gereden en/of met die andere auto brandstof heeft/hebben getankt en/of
-
de voor onderpand en/of borg aangeboden horloge en/of ring en/of telefoon , zonder dat die [naam slachtoffer 1] het wist, terug heeft gepakt en/of
- ( vervolgens) die [naam slachtoffer 1] haar pinpas in het pinapparaat heeft/hebben laten steken om de getankte brandstof te gaan betalen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 326 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij,
op of omstreeks 07 april 2017 te Dordrecht,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk 37,35 liter benzine, in elk geval een hoeveelheid brandstof, geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en welke benzine verdachte en/of zijn mededader(s) bij een voor zelfbediening ingerichte benzinepompinstallatie, gelegen aan de A16, had(den) getankt, onder gehoudenheid die benzine te betalen en welke benzine verdachte en/of zijn mededader(s) aldus en in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had(den),
wederrechtelijk zich heeft/hebben toegeëigend;
art 321 Wetboek van Strafrecht