Op 2 augustus 2017 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een civiele zaak tussen LTE Netherlands B.V. en Total Care Wagon Management B.V. LTE vorderde betaling van een bedrag van € 48.269,44, vermeerderd met wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke kosten, wegens onbetaalde facturen voor verleende spoorwegdiensten. TCWM betwistte de vordering niet, maar voerde aan dat LTE onrechtmatig had gehandeld door opschortings- en retentierechten te frustreren die TCWM, Wagon Care B.V. en Trainservices B.V. uitoefenden jegens hun opdrachtgever IMS Rail Switzerland AG. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende samenhang was tussen de vorderingen van LTE en de tegenvorderingen van TCWM, waardoor het beroep op opschorting en verrekening niet opging. De rechtbank wees de vorderingen van LTE toe en veroordeelde TCWM in de proceskosten. In reconventie werden de vorderingen van TCWM afgewezen, eveneens met veroordeling in de proceskosten.