In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 26 juli 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen Kinina Beheer B.V. (hierna: Kinina) en Lubrication Equipment B.V. (hierna: Lubrication) over een subsidieaanvraag en de daaruit voortvloeiende verplichtingen. Kinina, die zich richt op het begeleiden van ondernemers bij het aanvragen van subsidies, had namens Lubrication een aanvraag voor WBSO-subsidie ingediend. Lubrication betwistte echter de juistheid van de door Kinina opgegeven gegevens, met name het aantal werknemers, en stelde dat de subsidie ten onrechte was verkregen. Kinina vorderde betaling van een bedrag van € 61.192,73, terwijl Lubrication in reconventie de ontbinding van de overeenkomst tussen partijen vorderde.
De rechtbank oordeelde dat Kinina tekort was geschoten in haar verplichtingen door onjuiste gegevens op de subsidieaanvraag in te vullen. De rechtbank verwierp het verweer van Kinina dat zij mocht afgaan op de informatie van Lubrication, omdat de zorgplicht voor een juiste opgave van gegevens bij Kinina lag. De rechtbank concludeerde dat Lubrication niet gehouden was tot betaling van de overeengekomen vergoeding aan Kinina, en dat de overeenkomst rechtsgeldig was ontbonden. Kinina werd veroordeeld tot het betalen van de schade die Lubrication had geleden door de wanprestatie, en werd ook veroordeeld in de proceskosten.
Dit vonnis benadrukt de verantwoordelijkheid van professionele partijen bij het indienen van subsidieaanvragen en de noodzaak om zorgvuldige en juiste informatie te verstrekken. De uitspraak heeft implicaties voor de aansprakelijkheid van partijen in soortgelijke situaties, waarbij onjuiste gegevens kunnen leiden tot aanzienlijke financiële gevolgen.