In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 26 juli 2017 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die brand heeft gesticht in zijn eigen kamer in het Forensisch Psychiatrisch Centrum De Kijvelanden te Poortugaal. De verdachte, die ten tijde van het onderzoek preventief gedetineerd was, werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. M.G.J. Smit. De officier van justitie, mr. M.E.I. van der Helm, eiste een gevangenisstraf van 18 maanden, maar de rechtbank oordeelde anders. De rechtbank achtte het ten laste gelegde levensgevaar of zwaar lichamelijk letsel voor anderen niet bewezen, omdat er onvoldoende bewijs was dat het gevaar ten tijde van de brandstichting voorzienbaar was. De verdachte werd wel schuldig bevonden aan opzettelijk brand stichten, wat gemeen gevaar voor goederen met zich meebracht.
De rechtbank nam de conclusies van deskundigen over, die de verdachte verminderde toerekeningsvatbaar achtten vanwege zijn antisociale persoonlijkheidsstoornis en andere psychische problemen. De rechtbank besloot af te wijken van de gebruikelijke straffen en legde een gevangenisstraf op van acht maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk, met de voorwaarde dat de verdachte zich gedurende de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maakt. De rechtbank benadrukte de noodzaak van intensieve klinische behandeling met hoog beveiligingsniveau, gezien de kans op herhaling en de ernst van het feit. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de jongste rechter niet in staat was het vonnis mede te ondertekenen.