Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gefailleerde 1] ,
1.De procedure
- het verzoekschrift van 24 maart 2017;
- de brief van 27 maart 2017 van de gefailleerden gericht aan de rechter-commissaris betreffende: ‘Ingediende klacht bij de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Rotterdam’;
- de brief van 4 april 2017 van de gefailleerden gericht aan de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Rotterdam betreffende: ‘Aanvullende klacht Mr F. de Vries en Mr C van den Bergh (…)’;
- de ongedateerde brief ter griffie van de rechtbank binnengekomen op 5 april 2017 van de gefailleerden gericht aan de rechter-commissaris betreffende: ‘aanvulling op eerder schrijven waarin verzoek om ontheffing curator v.d. Bergh’;
- de ‘opleg brief bij inhoudelijk schrijven van 14 april 2017’ van 14 april 2017 van de gefailleerden;
- het aanvullend verzoekschrift van 11 mei 2017;
- de brief van 30 mei 2017 van de curator, met bijlagen;
- de brief van 27 juni 2017 van de curator, met bijlagen;
- twee brieven van 3 juli 2017 namens de gefailleerden, met bijlagen;
- de brief van 7 juli 2017 van de rechter-commissaris betreffende: ‘informatie van de rechter-commissaris ex artikel 65 van de Faillissementswet’;
- de brief van 9 juli 2017 namens de gefailleerden betreffende: ‘Reactie op de visie van 7 juli 2017 van de Rechter-commissaris’, met bijlagen;
- de brief van 9 juli 2017 namens de gefailleerden betreffende: ‘Appa-regeling en reactie daarop’ met bijlagen;
- de brief van 11 juli 2017 namens de gefailleerden betreffende ‘Aanvullende stukken verzoekschriftprocedure ontslag curator ex artikel 73 Fw’, met bijlagen;
- de pleitnota van mr. Blasweiler, overgelegd ter mondelinge behandeling op 12 juli 2017.
2.Het verzoek en de grondslag daarvan
3.Het standpunt van de curator
4.Het standpunt van de rechter-commissaris
5.De beoordeling
de curator handelt in strijd met de private belangen van gefailleerden
de curator handelt in strijd met zijn informatieplicht