Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift, ter griffie ontvangen op 13 april 2017;
- het verweerschrift met daarin een tegenverzoek;
- de pleitnotities van de gemachtigde van FN Steel;
- de overgelegde producties.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 7 juli 2017 uitspraak gedaan in een verzoek tot herstel van de arbeidsovereenkomst van [verzoeker] met FN Steel B.V. [verzoeker] was sinds 14 januari 1980 in dienst bij FN Steel en had bezwaar aangetekend tegen de afwijzing van zijn sollicitaties naar twee functies. De begeleidingscommissie, ingesteld op basis van een Sociaal Plan, had unaniem geadviseerd dat de functies passend waren voor [verzoeker]. FN Steel had echter toestemming van het UWV verkregen om de arbeidsovereenkomst op te zeggen, wat [verzoeker] aanvocht.
De kantonrechter oordeelde dat het UWV gebonden was aan het advies van de begeleidingscommissie, dat bindend was voor FN Steel. De rechter concludeerde dat FN Steel niet had aangetoond dat herplaatsing binnen een redelijke termijn niet mogelijk was. De kantonrechter oordeelde dat FN Steel de arbeidsovereenkomst moest herstellen per 31 mei 2017 en dat het bedrijf verplicht was om het loon en de toeslagen aan [verzoeker] te betalen. Het verzoek van FN Steel tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst werd afgewezen, omdat FN Steel onvoldoende had aangetoond dat er een onoverbrugbaar verschil van inzicht was. De proceskosten werden aan FN Steel opgelegd, aangezien zij grotendeels in het ongelijk was gesteld.