GZ-psycholoog drs. [naam psycholoog]heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 13 juni 2017. Dit rapport houdt het volgende in.
Bij de verdachte is sprake van een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens in de zin van een norm overschrijdende gedragsstoornis, beginnend in de adolescentie en een lichte verstandelijke beperking. Er is tevens sprake van een bedreigde persoonlijkheids-ontwikkeling. Hiervan was ten tijde van het plegen van het tenlastegelegde ook sprake.
Ten tijde van het tenlastegelegde beïnvloedde de gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens zijn gedragskeuzes en gedragingen.
Door zijn deels bekennende houding, namelijk dat hij bekent geschoten te hebben maar ontkent de bedoeling te hebben gehad aangever en de andere persoon dood te schieten, is er onvoldoende zicht verkregen op zijn gedachtes en motieven die mogelijk een rol hebben gespeeld in zijn handelswijze. Aannemelijk wordt geacht dat er wel sprake is geweest van enige mate van doorwerking van factoren, zoals: zijn zwakke impuls- en emotieregulatie, zijn zelfbepalende houding, zijn onrijpe gewetensontwikkeling, zijn beperkt inzicht in situaties en het niet kunnen overzien van de consequenties van zijn handelen en zijn beïnvloedbaarheid, passend bij zijn gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens.
De mate waarin deze factoren hebben doorgewerkt en of er sprake was van enige mate van berekening laat zich door zijn deels ontkennende houding moeilijk beoordelen.
Al met al wordt geadviseerd om de verdachte het hem ten laste gelegde in een verminderde mate toe te rekenen.
De kans op recidive wordt als hoog ingeschat. Bij verdachte is sprake van een zwakke impuls- en agressieregulatie en een krenkbare en dominante houding waardoor hij zich al snel uitgedaagd voelt. Op zulke momenten neemt hij het recht de andere onheus te bejegenen en kan hij heftig en disproportioneel reageren met verbaal en fysiek agressief gedrag. Hij heeft zijn agressieve gevoelens onvoldoende onder controle.
Een beschermende factor is zijn goede band met zijn familie en dat hij in het familie bedrijf een goede werkhouding laat zien. Er is echter geen zicht op in hoeverre hij in staat is om met regels en gezag om te gaan bij een werkgever buiten de familie. Op termijn is het van belang dat zijn copingvaardigheden in probleemsituaties worden versterkt, zijn zelfcontrole in conflictsituaties wordt verbeterd en dat hij ook op school regels en gezag accepteert.
Bij leeftijdgenoten is hij beïnvloedbaar en kan hij omwille van aanzien en erkenning komen tot grensoverschrijdend handelen. In de thuissituatie hebben ouders onvoldoende zicht en grip op het functioneren van hun zoon buitenshuis. Bovengenoemde factoren beïnvloeden elkaar in ongunstige zin.
Bij bewezenverklaring is het van belang het recidivegevaar te beperken en zijn zorgelijke ontwikkeling in positieve richting om te buigen. De afgelopen jaren heeft verdachte op school probleemgedrag laten zien. Hiervoor werd vóór de zomervakantie een time-out traject ingezet bij het OPDC, dat echter voortijdig werd beëindigd vanwege zijn agressieregulatieproblemen en intimiderende houding tegenover leerlingen en leraren. Zorgelijk is ook dat hij over nep-, maar ook echte wapens beschikte en de risico’s hiervan niet overziet. Zijn verblijf binnen de JJI biedt verdachte een duidelijke structuur en de
mogelijkheid om zijn dreigend en intimiderend gedrag op adequate wijze te begrenzen.
Er is aandacht voor zijn impuls- en emotieregulatie. Ook leert hij om te gaan met regels en gezag, worden er eisen aan hem gesteld en wordt er gewerkt aan het versterken van zijn copingvaardigheden. Op dit moment is hij overgeplaatst naar de JJI Intermetzo in Lelystad en is hij geplaatst in een groep voor jongeren met een licht verstandelijke beperking alwaar de aanpak, begeleiding en behandeling beter aansluit bij zijn problematiek.
Nadat zijn straftraject binnen de JJI is afgerond, is het noodzakelijk de behandeling van verdachte ambulant voort te zetten bij een forensische polikliniek zoals De Waag. Hierbij wordt gedacht aan een individueel behandeltraject voor verdachte waarbij een delictanalyse dient plaats te vinden mocht dit binnen de JJI nog niet zijn gebeurd. Het is van belang dat verdachte meer zicht krijgt op de factoren die een rol spelen in zijn handelswijze, verantwoordelijkheid neemt voor zijn aandeel in het delictgedrag en gedragsalternatieven leert te ontwikkelen in soortgelijke situaties. Zijn impuls en emotieregulatie blijft ook hier een belangrijk aandachtspunt evenals zijn beperkt probleemoplossend vermogen en zijn bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling. Multi System Therapie in het gezin is noodzakelijk, zodat de opvoedingsvaardigheden van ouders worden versterkt en zij meer zicht en grip krijgen op het functioneren van hun zoon buitenshuis. Een voortzetting van de begeleiding door de jeugdreclassering van de WSG is noodzakelijk.
Wat betreft het strafrechtelijk kader werd een deels voorwaardelijke straf als te licht bevonden, gezien het verder crimineel ontsporen en het ernstig gevaar voor anderen.
Aan de hand van de PIJ-wegingslijst is de noodzaak van een voorwaardelijke al dan niet onvoorwaardelijke PIJ-maatregel beoordeeld: Bij verdachte is sprake van een normover-schrijdende gedragsstoornis en een disfunctioneren op verschillende terreinen zoals op school en buitenshuis. Er is sprake van een ernstig geweldsdelict en een hoge kans op recidive. Het time-out traject van verdachte op het OPDC is voortijdig afgerond vanwege gevaar voor medeleerlingen en leraren. De begeleiding hier op school bleek ontoereikend om de zorgelijke ontwikkeling van verdachte in positieve richting om te buigen. Een intensief ambulant traject na zijn verblijf in een JJI behoort wel nog tot de mogelijkheden om zijn gedrag positief te beïnvloeden. In de thuissituatie is sprake van een steunend netwerk. Ouders zijn bereid en gemotiveerd om zich in te zetten voor behandeling en ook verdachte laat in de JJI zien dat hij open staat voor hulp en behandeling, waardoor de recidivekans op soortgelijke delicten kan verminderen.
Er is tot op heden nog weinig ambulante begeleiding ingezet. Een stevige stok achter de deur zoals een voorwaardelijke PIJ maatregel om het hierboven geschetste behandeltraject te borgen is echter noodzakelijk.