2.3.International Plywood heeft twee brieven gedateerd 9 maart 2017 aan [eiser] doen toekomen. In deze brieven staat:
Hierbij bevestigen wij u hetgeen [persoon 1] , [persoon 2] en [persoon 3] vandaag met u bespraken.
Wij hebben u medegedeeld dat er bij de aandeelhouders onvoldoende vertrouwen bestaat in een goede voortzetting van uw functioneren als directeur en bestuurder van International Plywood B.V. Om die reden zijn wij voornemens de met u bestaande arbeidsovereenkomst te beëindigen. Wij hebben de achtergronden daarvan in ons gesprek toegelicht.
Wij hebben u in handen gesteld de brief waarmee het formele ontslagtraject in gang wordt gezet. U wordt allereerst in de gelegenheid gesteld uw raadgevende stem en advies uit te brengen ten aanzien van het voorgenomen ontslagbesluit. Wij wachten uw reactie daarop af.
Onafhankelijk van het voorgaande hebben wij u laten weten dat het onze voorkeur heeft om de arbeidsrelatie in goed onderling overleg te beëindigen. Dit achten wij in het belang van uzelf en de onderneming. Indien u bereid bent daaraan mee te werken, zijn wij op onze beurt bereid daar een regeling tegenover te stellen die ruimer is dan waarop u op grond van de wet aanspraak zou kunnen maken.
Wij zijn tot de volgende regeling bereid:
1. U legt uw statutaire taken en verantwoordelijkheden als directeur/bestuurder met onmiddellijke ingang neer. U draagt zorg voor een behoorlijk overdracht.
2. U wordt voor de resterende duur van de arbeidsovereenkomst met behoud van salaris en emolumenten vrijgesteld van het verrichten van werk. U wordt in die periode wel geacht uw eventueel nog resterende vakantiedagen te benutten, zodat terzake daarvan geen afrekening meer zal plaatsvinden.
3. De arbeidsovereenkomst eindigt met wederzijds goedvinden per 1 oktober 2017.
4. Aan u wordt toegekend een beëindigingsvergoeding van EUR 112.635,00 bruto.
5. Bij het einde van de arbeidsovereenkomst vindt een gebruikelijke eindafrekening plaats,
waarbij alle vakantiedagen worden geacht te zijn genoten.
6. U levert bij het einde van de arbeidsovereenkomst alle bedrijfseigendommen, waaronder de u ter beschikking gesteld auto, in goede staat in.
7. Het overeengekomen geheimhoudingsbeding (conform artikel 15 van de arbeidsovereenkomst) blijft van kracht.
8. Het overeengekomen concurrentiebeding (conform artikel 16 van de arbeidsovereenkomst)
blijft van kracht.
Dit aanbod is geldig gedurende tien dagen na dagtekening van deze brief. Indien daarover dan
geen overeenstemming met u is bereikt, vervalt het en zal daarop geen beroep meer kunnen
worden gedaan.
Wij hebben u in afwachting van uw reactie op dit voorstel en het aandeelhoudersbesluit, vrijgesteld
van het verrichten van werkzaamheden. Indien u daar bezwaar tegen mocht maken, zullen wij u
formeel op non-actief stellen, omdat wij het niet in het belang van de vennootschap achten dat u onder
deze omstandigheden de bij uw functie horende verantwoordelijkheden draagt.”
Ten deze optredende namens de gezamenlijke aandeelhouders van International Plywood B.V. (hierna:
“IP’), wend ik mij tot u.
De algemene vergadering van aandeelhouders van IP is voornemens te besluiten tot het ontslag van de [eiser] als statutair bestuurder van 1P en in zijn plaats op voet van artikel 10 lid 5 van de statuten een nader door de aandeelhouders te bepalen persoon aan te wijzen die de vennootschap tijdelijk zal besturen.
De aandeelhouders leggen aan dit voorgenomen besluit de volgende argumenten ten grondslag, welke
gronden u ook reeds mondeling zijn toegelicht
a) De aandeelhouders zijn van oordeel dat de bepaling, communicatie en het uitdragen van
meerdere strategieën onvoldoende door de bestuurder is aangepakt.
b) De aandeelhouders hebben geconstateerd dat de bestuurder de aansluiting mist op de markt
waarin IP zich beweegt.
c) De bestuurder de aansluiting mist met het eigen Management Team. De afgelopen tijd zijn er te
veel personele mutaties op belangrijke posities geweest.
d) De introductie van het nieuwe ERP-pakket is inmiddels ruim één jaar te laat, waarbij de kosten
aanzienlijk zijn overschreden.
e) De Raad van Commissarissen heeft geoordeeld dat de bestuurder onvoldoende “in control” is.
f) De zorgen van de aandeelhouders en de RvC meerdere malen kenbaar zijn gemaakt en met de
bestuurder zijn besproken, maar dit niet tot een voldoende wijziging heeft geleid.
g) De aandeelhouders en commissarissen het vertrouwen missen dat de bestuurder in staat is de
benodigde verbeteringen in zijn functioneren door te voeren.
h) De aandeelhouders in overeenstemming met artikel 2:238 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek
respectievelijk artikel 17 lid 6 van de statuten, buiten vergadering tot besluitvorming wensen te
komen. Aan de daartoe in wet en statuten gestelde eisen is voldaan.
De aandeelhouders van IP nodigen u uit om [-----] op voet van artikel 2:227 lid 7 BW uw advies c.q. raadgevende stem uit te brengen. U wordt in staat gesteld dat schriftelijk te doen of mondeling indien u daar prijs op stelt. In het laatste geval zullen wij u daartoe een uitnodiging toezenden. U kunt zich desgewenst terzijde laten staan door een advocaat.”