ECLI:NL:RBROT:2017:5690

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 juli 2017
Publicatiedatum
20 juli 2017
Zaaknummer
10/680501-13
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak van witwassen van een auto en geldbedrag

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 19 juli 2017 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd verdacht van witwassen van een auto en een geldbedrag. De verdachte is vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De rechtbank oordeelde dat het ten laste gelegde ten aanzien van het geldbedrag niet wettig en overtuigend was bewezen, en sprak de verdachte daarvan vrij. Wat betreft de personenauto, een Mercedes, was er sprake van een verdenking van witwassen, omdat er geknoeid was met het chassisnummer en er een groot geldbedrag in de auto was aangetroffen. De verdachte had verklaard dat de auto van zijn schoonzus was, maar deze verklaring bleek niet te kloppen. Ondanks de verdenkingen kon de rechtbank niet vaststellen dat de verdachte wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de auto van misdrijf afkomstig was. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor het witwassen van de auto, en sprak ook hiervoor de verdachte vrij. De rechtbank besliste verder dat de in beslag genomen auto onttrokken moest worden aan het verkeer, terwijl het geldbedrag van € 50.020 aan de verdachte werd teruggegeven. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de oudste rechter niet in staat was het vonnis mede te ondertekenen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/680501-13
Datum uitspraak: 19 juli 2017
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
ten tijde van het onderzoek uit anderen hoofde gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Alphen aan den Rijn.
Raadsman mr. E. Manders, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 5 juli 2017.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. W.B.J. ten Have heeft gevorderd:
  • partiële vrijspraak van het ten laste gelegde ten aanzien van het geldbedrag;
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde ten aanzien van de personenauto;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden met aftrek van voorarrest.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak zonder nadere motivering (geldbedrag)
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het ten laste gelegde ten aanzien van het geldbedrag niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
4.2.
Vrijspraak (personenauto / Mercedes)
4.2.1.
Standpunt officier van justitie
Aangevoerd is dat er een verdenking van witwassen is ten aanzien van de auto. Er is aantoonbaar geknoeid met het chassisnummer van de auto en er is een groot geldbedrag aangetroffen in de auto, terwijl een verklaring over de legale herkomst van de auto is uitgebleven. De verklaring van de verdachte dat de auto van zijn zwager / schoonzus was bleek onzin te zijn. Bewezen kan worden verklaard dat de verdachte de auto heeft witgewassen door deze voorhanden te hebben en door de aard/herkomst van de auto te verbergen/verhullen.
4.2.2.
Beoordeling
Op basis van de informatie in het dossier kan worden vastgesteld dat het voertuigidentificatienummer zoals door de fabrikant aangebracht op de Mercedes tegen de rechter chassisbalk achter de vooras (nummer eindigend op 324) is vervangen door een ander nummer (eindigend op 222). Het is een feit van algemene bekendheid dat voertuigen die zijn voorzien van een vals chassisnummer geheel of gedeeltelijk van diefstal of een soortgelijk misdrijf afkomstig plegen te zijn. Bij de politie heeft de verdachte aanvankelijk verklaard dat de Mercedes van zijn schoonzus is. Uit de verklaring van zijn zwager is echter gebleken dat de Mercedes alleen op naam van de schoonzus is gezet, omdat de verdachte dat had gevraagd. De verdachte heeft de Mercedes gekocht bij [naam bedrijf] en hier meer dan € 52.500 contant voor betaald.
Bovenstaande feiten en omstandigheden rechtvaardigen het vermoeden dat de Mercedes uit enig misdrijf afkomstig is en van de verdachte mag dan worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst daarvan.
Bij de politie heeft de verdachte verklaard dat hij niet wist dat er was gefraudeerd met het chassisnummer. Ter terechtzitting heeft hij verklaard dat hij de Mercedes heeft gekocht bij [naam bedrijf] en dat een oud chassis op een nieuw chassis is gezet in verband met het belastingvoordeel voor een oldtimer. De eigenaar van [naam bedrijf] heeft verklaard dat de verdachte de Mercedes bij hem heeft gekocht.
Het dossier bevat een (ongetekende) inkoopverklaring d.d. 1 februari 2013 waarin verkoper [naam verkoper] verklaart een Mercedes met het chassisnummer eindigend op 222 (afgifte kenteken deel I 18 december 1985) heeft verkocht aan [naam bedrijf] . Voorts zit in het dossier een factuur d.d. 18 februari 2013 gericht aan [naam bedrijf] voor een Mercedes met het chassisnummer eindigend op 324 (voor het eerst op kenteken gezet op 24 maart 2011).
Op grond van het voorgaande kan niet worden vastgesteld dat de verdachte wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de Mercedes (of een deel daarvan) van misdrijf afkomstig was. Ook overigens blijken uit het dossier geen feiten of omstandigheden waar dit uit volgt. Het gegeven dat de verdachte aanvankelijk heeft ontkend dat hij de eigenaar was van de Mercedes maakt dit oordeel niet anders. De rechtbank ziet deze ontkenning in samenhang met de aanvankelijk ontbrekende verklaring van de verdachte voor de herkomst van het geld dat werd aangetroffen in de auto en het geld waarmee hij stelt de Mercedes te hebben gekocht. Geld waarvan (inmiddels) op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld dat dit van misdrijf afkomstig is. De verdachte zal ook ten aanzien van de personenauto (Mercedes) worden vrijgesproken van het tenlastegelegde.

5.In beslag genomen voorwerpen

5.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen auto te onttrekken aan het verkeer en het in beslag genomen geldbedrag terug te geven aan de verdachte.
5.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zowel ten aanzien van het geldbedrag als ten aanzien van de auto verzocht om teruggave aan de verdachte.
De verdediging heeft een voorwaardelijk verzoek gedaan om de zaak aan te houden zodat een onpartijdige deskundige kan worden benoemd ten aanzien van de auto. Het betreft een auto uit het buitenland. Er is wellicht wat veranderd aan de auto, maar er is geen sprake van omkatten. De auto is legaal gekocht.
5.3.
Beoordeling
Ten aanzien van het in beslag genomen geldbedrag zal een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte.
Personenauto’s die voorzien zijn van een vals voertuigidentificatienummer plegen geheel of gedeeltelijk van enig misdrijf afkomstig te zijn, zoals bijvoorbeeld het in artikel 219 van het Wetboek van Strafrecht omschreven misdrijf. Op die grond kan worden gezegd dat het ongecontroleerde bezit van dergelijke voertuigen, in samenhang met het redelijkerwijs te verwachten gebruik daarvan, afbreuk doet aan een effectieve voorkoming en bestrijding van dergelijke misdrijven. Gelet daarop is de rechtbank van oordeel dat de in beslag genomen personenauto, die aan de verdachte toebehoort, dient te worden onttrokken aan het verkeer en daarvoor vatbaar is aangezien er een strafbaar feit met betrekking tot dit voorwerp is begaan en het ongecontroleerde bezit ervan in strijd is met de wet en met het algemeen belang. De in beslag genomen personenauto zal worden onttrokken aan het verkeerd.
De auto is voor onderzoek aangeboden aan het Landelijk Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit (hierna: LIV). Bij dat onderzoek is een niet door de fabrikant aangebracht nummer aangetroffen. Bij het LIV heeft men een laklaag verwijderd, schuursporen aangetroffen en met een etsbehandeling het door de fabrikant aangebrachte en bij de auto behorende voertuigidentificatienummer vastgesteld. De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de juistheid van deze bevindingen van het LIV en acht een nader onderzoek door een deskundige dan ook niet noodzakelijk.
Dat het een auto uit het buitenland betreft verandert niets aan deze bevindingen, voertuigidentificatienummers zijn immers niet landgebonden.
De rechtbank wijst het voorwaardelijke gedane verzoek tot het benoemen van een deskundige dan ook af.

6.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 36b, 36c, 36d van het Wetboek van Strafrecht.

7.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

8.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart onttrokken aan het verkeer: de personenauto die op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst is genummerd 1;
- gelast de teruggave aan verdachte van het geldbedrag van € 50.020, - dat op de aan het vonnis gehechte beslaglijst is genummerd 2.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. D.L. Spierings, voorzitter,
en mrs. G.A.J.M. van Vugt en S.N. Abdoelkadir, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.G. Polke, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 20 september 2013, te Numansdorp, gemeente Cromstrijen,
althans in Nederland, - van onderstaand(e) voorwerp(en) de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, dan wel heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op onderstaand(e) voorwerp(en) was of wie onderstaand(e) voorwerp(en) voorhanden had, en/of - onderstaand(e) voorwerp(en) heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of omgezet of van onderstaand(e) voorwerp(en) gebruik heeft gemaakt, te weten
een auto (Mercedes G320, kenteken [kentekennummer] ) en/of
geld (te weten 50.020 euro),
terwijl hij wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf.