ECLI:NL:RBROT:2017:5565
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Gedeeltelijke herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling wegens overtreding van bijzondere voorwaarden
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 30 juni 2017 uitspraak gedaan over de gedeeltelijke herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling van de veroordeelde, die eerder was veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar. De veroordeelde was op 17 mei 2017 voorwaardelijk in vrijheid gesteld, onder strikte bijzondere voorwaarden, waaronder meldplicht bij de reclassering en opname in een forensische instelling. De officier van justitie diende op 20 juni 2017 een vordering in tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling, omdat de veroordeelde zich niet aan de bijzondere voorwaarden had gehouden. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de veroordeelde onvoldoende had meegewerkt aan de behandeling in de kliniek Johannes Wierhuis, wat leidde tot de beslissing van de reclassering om de behandeling te staken. De rechtbank oordeelde dat de veroordeelde verwijtbaar de voorwaarden had overtreden en heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen. De rechtbank gelastte dat de veroordeelde het niet uitgevoerde gedeelte van de vrijheidsstraf, tot en met de opname in kliniek Weerlanden op 3 juli 2017, alsnog moet ondergaan. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.