ECLI:NL:RBROT:2017:5557

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 juni 2017
Publicatiedatum
18 juli 2017
Zaaknummer
10/682278-16
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontucht met een minderjarige en de gevolgen daarvan voor de verdachte

Op 22 juni 2017 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontucht met een zesjarig meisje. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich in de zomervakantie van 2015 tweemaal schuldig heeft gemaakt aan ontuchtige handelingen met het slachtoffer. De verdachte heeft de lichamelijke integriteit van het meisje ernstig geschonden door haar te betasten en aanraken op intieme delen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 90 dagen, waarvan 89 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. Daarnaast is er een taakstraf van 100 uren opgelegd, met de voorwaarde dat bij niet-naleving vervangende hechtenis kan worden toegepast.

De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De verdachte heeft geen eerdere justitiële contacten en heeft zich vrijwillig aangemeld voor behandeling bij een instelling voor zedendelinquenten. De reclassering heeft geadviseerd om de verdachte te begeleiden en te behandelen, waarbij de rechtbank dit advies heeft overgenomen. De verdachte moet zich ook houden aan een contactverbod met minderjarigen, met uitzondering van zijn kleinkinderen.

De rechtbank heeft benadrukt dat de straffen zijn gegrond op de ernst van het feit en dat de verdachte zich moet houden aan de opgelegde voorwaarden om herhaling van strafbare feiten te voorkomen. De uitspraak is gedaan in tegenspraak, waarbij de verdachte en zijn raadsman aanwezig waren. Het vonnis is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft de nodige bijlagen aan het vonnis toegevoegd.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/682278-16
Datum uitspraak: 22 juni 2017
Tegenspraak
Verkort vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. R.F. Nelisse, advocaat te Schiedam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 22 juni 2017.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. M.L.M. Kuiper heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 90 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 89 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling bij Het Dok, een verbod op werkzaamheden waarbij de verdachte direct contact heeft met minderjarigen en een verbod op het in huis hebben van oppaskinderen, niet zijnde verdachtes kleinkinderen;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 100 uren, bij niet naar behoren verrichten te vervangen door 50 dagen hechtenis.

4.Waardering van het bewijs

Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op één of
meerderetijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juli 2015 tot en met 30 augustus 2015 te Nieuwland, gemeente Zederik, met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren, te weten [naam slachtoffer] ( [geboortejaar 2009] ), buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, namelijk het
- betasten van en/of strelen over de buik van die [naam slachtoffer] en/of
- aanraken en/of betasten en/of strelen van de vagina van die [naam slachtoffer] en/of
- door die [naam slachtoffer] laten vasthouden en/of betasten van en/of wrijven over zijn,
verdachtes, (ontblote) penis.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan is gegrond op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende tot bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Het vonnis zal in die gevallen waarin de wet dit vereist worden aangevuld met een later bij dit vonnis te voegen bijlage met daarin de inhoud dan wel de opgave van de bewijsmiddelen.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op
Met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich in de zomervakantie van 2015 tweemaal schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met een destijds zesjarig meisje. Door zijn handelen heeft de verdachte op ernstige wijze de lichamelijke integriteit van het slachtoffer geschonden. Verdachte heeft misbruik gemaakt van haar kwetsbaarheid en ook haar vertrouwen op ernstige wijze geschonden.
Tevens heeft de verdachte hiermee de normale en gezonde seksuele ontwikkeling, waar ieder kind recht op heeft, doorkruist. De verdachte heeft bij dit alles kennelijk niet stilgestaan en heeft enkel zijn eigen behoefte vooropgesteld. De rechtbank neemt dit de verdachte uitermate kwalijk.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 24 mei 2017, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder met justitie in aanraking is gekomen.
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 17 februari 2017. Dit rapport houdt het volgende in.
De reclassering is van mening dat de verdachte onvoldoende besef heeft van de mogelijke gevolgen van zijn handelen voor het slachtoffer. Tevens lijkt hij onvoldoende stil te staan bij zijn persoonlijke motieven voor zijn handelen. De reclassering verwacht dat er voor de verdachte meer nodig is dan een reguliere behandeling gericht op zeden. Er zal ook extra ingezet moeten worden op het omgaan met emoties en het aangaan van sociale contacten. De verdachte neemt de verantwoording voor zijn handelen op zich. Hij is vrijwillig met een behandeling bij Het Dok gestart. De verwachting is dat deze behandeling langer duurt dan de reguliere twee jaar en daarom adviseert de reclassering een proeftijd van drie jaar. De reclassering acht de kans op recidive gemiddeld, omdat de verdachte grote moeite heeft om over gevoel en emoties te spreken.
Ter zitting heeft de verdachte verklaard dat hij bereid is de voorwaarden bij een voorwaardelijke veroordeling na te leven.
De rechtbank kan zich vinden in het advies van de reclassering en de onderbouwing daarvan in het rapport. Het advies zal worden betrokken bij de strafoplegging.
Bij het bepalen van de strafmaat houdt de rechtbank in het voordeel van de verdachte voorts rekening met het tijdsverloop in deze zaak, de proceshouding van de verdachte, de leeftijd van de verdachte en de omstandigheid dat de verdachte een vaste baan heeft.
Gezien de ernst van het feit kan in beginsel niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. De rechtbank zal echter afzien van het opleggen van een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf, gelet op de hiervoor vermelde omstandigheden.
Nu de rechtbank, overeenkomstig het advies van de reclassering, begeleiding en behandeling noodzakelijk acht, zal de rechtbank een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Om de ernst van het door de verdachte begane feit te benadrukken zal daarnaast een taakstraf worden opgelegd.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57 en 247 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 90 (negentig) dagen;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte,
groot 89 (negenentachtig) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 3 jaar, na te melden voorwaarden overtreedt;
stelt als algemene voorwaarden:
  • de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
  • de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
  • de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
stelt als bijzondere voorwaarden:
1. de veroordeelde zal zich melden bij Reclassering Nederland, [adres] te Rotterdam, zolang en frequent als die reclasseringsinstelling noodzakelijk vindt;
2. de veroordeelde zal de inmiddels gestarte ambulante behandeling gericht op zeden bij Het Dok te Rotterdam of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, voortzetten en afmaken, waarbij de verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
3. de veroordeelde zal geen werkzaamheden/klusjes verrichten met 1 op 1 contact met minderjarigen, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
4. de veroordeelde zal buiten de aanwezigheid van zijn echtgenote geen minderjarigen in zijn woning ontvangen, met uitzondering van zijn kleinkinderen, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
40 (veertig) dagen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. H. de Doelder, voorzitter,
en mrs. R.J.A.M. Cooijmans en J. Bergen, rechters,
in tegenwoordigheid van D.J. Boogert, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De voorzitter en de oudste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij
op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van
1 juli 2015 tot en met 30 augustus 2015
te Nieuwland, gemeente Zederik,
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren,
te weten [naam slachtoffer] ( [geboortejaar 2009] ),
buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd,
namelijk het
- betasten van en/of strelen over de buik van die [naam slachtoffer] en/of
- aanraken en/of betasten en/of strelen van de vagina van die [naam slachtoffer] en/of
- door die [naam slachtoffer] laten vasthouden en/of betasten van en/of wrijven over zijn,
verdachtes, (ontblote) penis.