ECLI:NL:RBROT:2017:5556

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 juni 2017
Publicatiedatum
18 juli 2017
Zaaknummer
10/691030-17
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van rechtsvervolging en plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis voor zwakbegaafde verdachte die heeft geprobeerd de eigenaar van een Chinese supermarkt te beroven

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 22 juni 2017 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een zwakbegaafde verdachte die op 24 maart 2017 heeft geprobeerd de eigenaar van een Chinese supermarkt te beroven. De verdachte, die ten tijde van de zitting preventief gedetineerd was in de PI Vught, werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. J. van der Stel. De officier van justitie, mr. M.L.M. Kuiper, eiste bewezenverklaring van het ten laste gelegde, ontslag van alle rechtsvervolging en plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis voor een jaar.

De rechtbank oordeelde dat wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte het ten laste gelegde feit had gepleegd, maar dat hij niet strafbaar was. Dit was gebaseerd op de gebrekkige ontwikkeling en ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens, zoals vastgesteld door deskundigen. De rechtbank volgde de adviezen van psychiater dr. [naam deskundige 1] en psycholoog drs. [naam deskundige 2], die beiden concludeerden dat de verdachte niet strafbaar was en dat een gedwongen opname in een psychiatrisch ziekenhuis noodzakelijk was voor de veiligheid van de samenleving.

De rechtbank verklaarde de verdachte niet strafbaar en ontsloeg hem van alle rechtsvervolging, maar legde hem wel de maatregel op van plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van één jaar. De rechtbank verwierp het beroep op noodweer van de verdediging, omdat de verdachte zelf de situatie had opgezocht door met geweld en bedreiging te proberen een diefstal te plegen. De beslissing van de rechtbank is gebaseerd op de artikelen 37, 45 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/691030-17
Datum uitspraak: 22 juni 2017
Tegenspraak
Verkort vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland verdachte] ) op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd
in de PI Vught (PPC) te Vught,
raadsman mr. J. van der Stel, advocaat te Schiedam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 22 juni 2017.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. M.L.M. Kuiper heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • ontslag van alle rechtsvervolging;
  • plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis voor een termijn van een jaar.

4.Waardering van het bewijs

Bewezenverklaring
Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op of omstreeks 24 maart 2017 te Rotterdam
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk
van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen geld en/of goederen van zijn
gading, geheel of ten dele toebehorende aan [naam chinese supermarkt] , in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte,
en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen
en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [naam slachtoffer 1] en/of
[naam slachtoffer 2] , te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden,
gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij
de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
- op luide en/of dreigende toon de woorden heeft toegevoegd: "Geef mij geld"
en/of "Geef mij spullen. Geef mij geld" en/of "Raak mij niet aan, anders sla
ik je" en/of "Ik roep mijn broertje. Hij heeft een pistool. Ik ga jullie
allemaal doodschieten", althans (telkens) woorden van gelijke aard en/of
strekking en/of
- de kassa heeft gepakt en hiermee (vervolgens) heeft willen weglopen en/of
- die [naam slachtoffer 1] met kracht heeft geslagen/gestompt op het (rechter)oog, althans in
het gezicht en/of
- een mes heeft getoond en/of gericht op die [naam slachtoffer 1] ,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan is gegrond op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende tot bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Het vonnis zal in die gevallen waarin de wet dit vereist worden aangevuld met een later bij dit vonnis te voegen bijlage met daarin de inhoud dan wel de opgave van de bewijsmiddelen.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
Poging tot diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de verdachte niet strafbaar is voor het door hem begane feit, omdat dat hem wegens de gebrekkige ontwikkeling en ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens niet kan worden toegerekend.
De rechtbank volgt daarmee de bevindingen en conclusies van de deskundigen dr. [naam deskundige 1] , psychiater, en drs. [naam deskundige 2] , psycholoog, die hebben geadviseerd de verdachte het door hem begane feit in het geheel niet toe te rekenen.
De verdachte zal daarom worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
Ten overvloede verwerpt de rechtbank, overeenkomstig het standpunt van de officier van justitie, het door de verdediging gedane beroep op noodweer. De verdachte heeft de situatie zelf opgezocht door met geweld en bedreiging met geweld te proberen een diefstal te plegen. De rechtmatige eigenaar heeft dit, met enig geweld, proberen te voorkomen. Onder die omstandigheden kan het beroep op noodweer niet slagen.

7.Motivering maatregel

De verdediging heeft bepleit af te zien van het opleggen van de maatregel ex artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht, omdat er niet wordt voldaan aan het gevaarscriterium. Daarnaast is de verdachte niet bereid medewerking te verlenen aan plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis, waardoor vermoedelijk weinig van de behandeling verwacht kan worden. De verdediging stelt zich op het standpunt dat kan worden volstaan met een ambulante behandeling met depotmedicatie.
Psychiater dr. [naam deskundige 1] heeft op 14 juni 2017 onder meer gerapporteerd:
“Uit de gestructureerde risico prognose instrumenten blijkt dat betrokkene een verhoogd risico heeft op recidive van gewelddadig gedrag. Er is sprake van verschillende risicofactoren, zowel in de voorgeschiedenis, het heden als in de toekomst.
Betrokkene zou een gestructureerde en langerdurende behandeling moeten ondergaan om
opnieuw terugval in een manische psychose te voorkomen. Een structurele daginvulling,
abstinentie van middelen en medicatie gebruik lijken belangrijk te zijn om terugval te
voorkomen. Een klinische opname is daartoe geïndiceerd.
Geadviseerd wordt betrokkene conform artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht gedwongen op te laten nemen in een psychiatrisch ziekenhuis gedurende maximaal een jaar. Er is immers sprake van een ernstig psychiatrisch toestandsbeeld, waarvoor betrokkene overigens ook al eerder gedwongen is opgenomen. Ambulante begeleiding schiet tekort, onder andere door middelengebruik, gebrek aan daginvulling en afwezigheid van ziekte-inzicht.”
Psycholoog drs. [naam deskundige 2] heeft op 16 juni 2017 onder meer gerapporteerd:
“Het gebrek aan probleembesef en probleeminzicht is een risicofactor. Hierdoor heeft betrokkene onvoldoende zicht op risicofactoren en accepteert hij zijn beperkingen niet. Betrokkene blijft hierdoor bijvoorbeeld onverminderd middelen gebruiken terwijl cannabis en alcohol manisch/psychotische episoden luxeren, en heeft weerstand tegen de hulpverlening. Er is een pro-criminogene houding in de zin dat betrokkene een accepterende houding lijkt te hebben ten opzichte van fysiek geweld, en dat hij onvoldoende in staat is om prosociale structuren (werk, zinvolle daginvulling, geen wederrechtelijk handelen) in stand te houden. De copingmechanismen zijn onvoldoende om op gepaste wijze met stressoren om te gaan. Daarnaast is betrokkene impulsief en kan hij ondoordacht handelen. De beperkte sociale vaardigheden, het middelenmisbruik, het ontbreken van
aanspreekbaarheid op het middelenmisbruik en de psychotische kwetsbaarheid zijn verdere
risicofactoren. De kans op recidive wordt zonder verdere behandelinterventies hoog tot zeer hoog ingeschat, waarbij geweldsescalaties niet uitgesloten kunnen worden. Gekomen wordt tot het advies van een klinische opname om de kans op recidive terug te dringen.”
De rechtbank is op grond van de onderbouwing van de rapportages van de deskundigen van oordeel dat de algemene veiligheid van goederen en personen het opleggen van de maatregel plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van één jaar eist. Oplegging van die maatregel is ook door de reclassering geadviseerd.
De rechtbank zal die maatregel dan ook opleggen.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 37, 45 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte voor het bewezen verklaarde niet strafbaar en ontslaat de verdachte ten aanzien daarvan van alle rechtsvervolging;
gelast dat de verdachte in een
psychiatrisch ziekenhuiszal worden geplaatst voor een termijn van
1 (één) jaar.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. H. de Doelder, voorzitter,
en mrs. R.J.A.M. Cooijmans en J. Bergen, rechters,
in tegenwoordigheid van D.J. Boogert, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De voorzitter en de oudste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 24 maart 2017 te Rotterdam
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk
van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen geld en/of goederen van zijn
gading, geheel of ten dele toebehorende aan [naam chinese supermarkt] , in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte,
en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen
en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [naam slachtoffer 1] en/of
[naam slachtoffer 2] , te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden,
gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij
de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
- op luide en/of dreigende toon de woorden heeft toegevoegd: "Geef mij geld"
en/of "Geef mij spullen. Geef mij geld" en/of "Raak mij niet aan, anders sla
ik je" en/of "Ik roep mijn broertje. Hij heeft een pistool. Ik ga jullie
allemaal doodschieten", althans (telkens) woorden van gelijke aard en/of
strekking en/of
- de kassa heeft gepakt en hiermee (vervolgens) heeft willen weglopen en/of
- die [naam slachtoffer 1] met kracht heeft geslagen/gestompt op het (rechter)oog, althans in
het gezicht en/of
- een mes heeft getoond en/of gericht op die [naam slachtoffer 1] ,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.