Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 1 impliciet als eerste cumulatief/alternatief ten laste gelegde;
- vrijspraak van het onder 2 primair ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 1 impliciet als tweede cumulatief/alternatief ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 2 subsidiair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot:
4.Waardering van het bewijs en bewezenverklaring
enop/tegen het lichaam van die [naam slachtoffer 1] ;
opde periode van 22 mei 2015 tot en met 23 mei 2015 te
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vordering benadeelde partij/schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) maanden en 3 (drie) dagen;
4 (vier) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 2 jaar, na te melden voorwaarden overtreedt;
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal zijn medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
3 (drie) dagendie door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
240 (tweehonderdveertig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
120 dagen;
€ 916,45, bestaande uit aan materiële schade;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 916,45; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van
€ 916,45; vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
18 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;