Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[eiser] ,
[eiser 1],
SCHIEDAMSE VOLKSTUINDERSVERENIGING "THURLEDE",
1.De procedure
- de dagvaarding
- de producties van [eiser 1] [eiser] en [eiser 1]
- de voorwaardelijke eis in reconventie
- de producties van Thurlede
- de mondelinge behandeling op 7 juni 2017
- de pleitnota van Thurlede.
2.De feiten
aanbouw aan het huisje. Voor het plaatsen van de aanbouw - door u pergola genoemd - werd geen toestemming gevraagd of verleend. Eerder werd u meegedeeld dat die toestemming voor de constructie, zoals die er nu staat niet verleend wordt en het bestuur opdracht zal geven die te verwijderen. Na overleg is het volgende besloten: U kort de balken, die haaks op het huisje zijn geplaatst en daaraan zijn bevestigd één meter in. De dan vrijstaande constructie wordt aan de zijde waar deze is ingekort ‘opgevangen door een balk en er worden op die plaats twee extra palen in de grond geplaatst. Hiermee wordt de constructie een meter smaller en komt een meter uit de voorzijde van het huisje te staan, waardoor het meer oogt als een vrijstaande pergola. U vraagt voor de aldus overeengekomen wijziging schriftelijk toestemming aan; het bestuur zal dit verzoek welwillend beoordelen. Het bestuur zal vanwege deze afspraak de voorgenomen verwijdering van de constructie vooralsnog niet ten uitvoer brengen.
Partijen hebben getracht een minnelijke oplossing te bereiken, onder meer door te spreken over het opnieuw lid worden van [eiser 1] onder voorwaarden. Partijen hebben geen overeenstemming bereikt.
3.Het geschil in conventie
4.Het geschil in reconventie
5.De beoordeling in conventie
Ontvankelijkheid
816,00
6.De beoordeling in reconventie
Voor zover de toestemming niet reeds schriftelijk is verleend, moet worden aangenomen dat dit vonnis volstaat wat betreft de goedkeuring van de tekening bij de aanvraag voor de pergola. Bij deze stand van zaken ontbreekt aan de zijde van Thurlede een rechtsgeldig belang om afgifte van een nieuwe tekening te verlangen, zoals door haar wordt gevorderd.
salaris advocaat € 408,00 (factor 0,5 × tarief € 816,00).
7.De beslissing
7.1. verklaart [eiser] niet-ontvankelijk in zijn vorderingen;
7.8. wijst de vorderingen af,