ECLI:NL:RBROT:2017:5422

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 juli 2017
Publicatiedatum
13 juli 2017
Zaaknummer
10/661054-17 10/177519-16 (ttz gev) 10/002649-17 (ttz gev) en 10/222011-16 (ttz gev)
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervalste recepten en winkeldiefstal door verdachte met psychische problemen

Op 12 juli 2017 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrift en winkeldiefstal. De verdachte, geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte], was ten tijde van het onderzoek preventief gedetineerd in de Zwolle PPC te Zwolle. De officier van justitie, mr. M.L. Goudzwaard, eiste een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht en behandelverplichting. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte meermalen valse recepten voor het medicijn Zolpidem heeft aangeboden bij verschillende apotheken en daarnaast ook winkeldiefstallen heeft gepleegd. De rechtbank heeft de feiten als bewezen verklaard, waarbij de verdachte in verminderde mate toerekeningsvatbaar werd geacht vanwege haar psychische problemen, waaronder een posttraumatische stressstoornis (PTSS) en afhankelijkheid van medicatie. De rechtbank heeft een gevangenisstraf van 180 dagen opgelegd, waarvan 90 dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden voor behandeling en begeleiding door de reclassering. De rechtbank heeft de verdachte ook vrijgesproken van andere ten laste gelegde feiten die niet bewezen zijn verklaard.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/661054-17, 10/177519-16 (ttz gev), 10/002649-17 (ttz gev) en 10/222011-16 (ttz gev)
Datum uitspraak: 12 juli 2017
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland verdachte] ) op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in:
de Zwolle PPC te Zwolle,
raadsvrouw mr. M.S.C. Leistra, advocaat te Zoetermeer.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 28 juni 2017.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de ten behoeve van de leesbaarheid van dit vonnis doorlopend genummerde tenlasteleggingen is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. M.L. Goudzwaard heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het tenlastegelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar, met als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich zal gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering, hetgeen mede kan inhouden (a) een meldplicht, (b) een behandelverplichting, hetgeen ook kan inhouden een klinische behandelverplichting voor de duur van 7 weken en (c) opname in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang;
  • dadelijke uitvoerbaarheid van de voorwaarden en het uitoefenen van het toezicht.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
De rechtbank heeft de feiten hernummerd, zoals in bijlage I vermeld.
Het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 ten laste gelegde is door de verdachte bekend.
Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
parketnummer 10/661054-17
1.
zij op of omstreeks 23 februari 2017 te Capelle aan den IJssel opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een valselijk opgemaakt en/of vervalst geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een recept voor het medicijn Zolpidem als ware het echt en onvervalst, door genoemd recept aan te bieden bij/aan (een medewerker van) Regioapotheek
IJsselland;
2.
zij in of omstreeks de periode van 11 augustus 2016 tot en met 30 november 2016 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een valselijk opgemaakt en/of vervalst geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een recept voor het medicijn Zolpidem als ware het echt en onvervalst, door genoemd recept aan te bieden bij/aan (een medewerker van)Apotheek Hof van Putten;
3.
zij in of omstreeks de periode van 29 juli 2016 tot en met 14 november 2016 te Poortugaal, gemeente Albrandswaard, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een valselijk opgemaakt en/of vervalst geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een recept voor het medicijn Zolpidem als ware het echt en onvervalst, door genoemd
erecept
enaan te bieden bij/aan (een medewerker van) Apotheek Poortugaal;
4.
zij op of omstreeks 24 november 2016 te Rotterdam opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een valselijk opgemaakt en/of vervalst geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een recept voor het medicijn Zolpidem als ware het echt en onvervalst, door genoemd recept aan te bieden bij/aan (een medewerker van) Apotheek Dante;
parketnummer 10/662038-17
5.
zij op of omstreeks 28 maart 2017 te ’s-Hertogenbosch met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een mascara en/of een potje crème, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Etos, in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte;
parketnummer 10/177519-16
6.
zij op of omstreeks 30 juli 2016 te Rotterdam meermalen, althans eenmaal, telkens
opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een valselijk opgemaakte en/of vervalst geschrift
dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een doktersrecept als ware het echt en onvervalst, door dat recept aan te bieden aan (een medewerk(st)er van) apotheek Bultterman & De Groot Rotterdam;
7.
zij op of omstreeks 29 augustus 2016 te Rotterdam meermalen, althans eenmaal, telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een valselijk opgemaakte ent of vervalst geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een doktersrecept als ware het echt en onvervalst, door dat recept aan te bieden aan (een medewerk(st)er van) apotheek Bultterman & De Groot Rotterdam;
parketnummer 10/002649-17
8.
zij op of omstreeks 4 januari 2017 te Rotterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen diverse kledingstukken, waaronder een hemd en/of een broek en/of shirt(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan C&A, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
parketnummer 10/222011-16
9.
zij op of omstreeks 31 oktober 2016 te Rotterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (winkel)pand (gelegen op/aan de [adres delict] ) heeft weggenomen
zesonder meer een pak elastiekjes en/of wegwerpscheermesjes, althans een of meer verzorgings-/cosmetica-artikelen in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Etos, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:

1.valsheid in geschrift;

2.
valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
3.
valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
4.
valsheid in geschrift;
5.
diefstal;
6.
valsheid in geschrift;
7.
valsheid in geschrift;
8.
diefstal;
9.
diefstal.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het
de feiten uitsluiten.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft veelvuldig een doktersrecept nagemaakt voor het medicijn Zolpidem en dit vervolgens bij verschillende apotheken aangeboden. Daarmee heeft zij zich aan kwalijke strafbare feiten schuldig gemaakt. Het voorschrijven van medicijnen is voorbehouden aan artsen, die vanuit hun expertise het medicijngebruik van hun patiënten bewaken. Daarnaast heeft de verdachte drie winkeldiefstallen gepleegd. Dit zijn ergerlijke feiten, die voor de betreffende winkeliers veel hinder en overlast veroorzaken.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 1 juni 2017, waaruit blijkt dat de verdachte één keer eerder is veroordeeld voor een winkeldiefstal.
7.3.2.
Rapportages
Psycholoog [naam psycholoog] heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd
16 mei 2017. Dit rapport houdt - onder meer - het volgende in.
De verdachte is lijdende aan een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de zin van een posttraumatische stressstoornis (PTSS) en is afhankelijk van medicijngebruik. Mogelijk lijdt de verdachte aan een persoonlijkheidsstoornis of trekken daarvan (borderline en antisociale persoonlijkheidsstoornis). Op dit moment kan dat niet met zekerheid worden vastgesteld. De beoordeling of er sprake is van een persoonlijkheidsstoornis kan pas plaatsvinden, nadat de PTSS en de stoornis in het gebruik van een hypnoticum adequaat zijn behandeld en eventueel hersenletsel als gevolg van overmatig medicatiegebruik, hersentrauma ten gevolge van een ongeluk of door een andere oorzaak, worden uitgesloten. Voornoemde ziekelijke stoornis van de geestvermogens beïnvloedde de gedragskeuzes en gedragingen van de verdachte ten tijde van het onder 1 ten laste gelegde feit. De verdachte krijgt vanaf dat zij 10 jaar oud was, vanwege inslaapproblemen samenhangend met PTSS, 10 mg Zolpidem per dag voorgeschreven. De verdachte heeft inmiddels een stoornis in het gebruik van de medicatie Zolpidem ontwikkeld. Zij heeft het gevoel dat zij niet buiten deze medicatie kan en daardoor een sterke drang ontwikkeld om Zolpidem te bemachtigen.
Gezien met name de stoornis in het gebruik van een hypnoticum en ook de beperkte intellectuele capaciteiten (een lage begaafdheid tot lichte verstandelijke beperking)
waren het vermogen tot zelfsturing en het vermogen tot het kiezen van gezondere
gedragsalternatieven beperkt. De psycholoog adviseert de rechtbank om de verdachte voor wat betreft het onder 1 ten laste gelegde in verminderde mate toerekeningsvatbaar te beschouwen.
Als de verdachte niet zal worden behandeld en begeleid vanwege de bij haar spelende problematiek, dan wordt het risico op recidive door de psycholoog als hoog ingeschat.
Om terugval en recidivegevaar zoveel mogelijk te voorkomen adviseert de psycholoog in eerste instantie een ambulante behandeling bij een forensisch psychiatrische polikliniek, waarbij ook de mogelijkheid bestaat van een korte opname. Daarnaast is begeleiding geïndiceerd in een beschermde woonvoorziening. Verder is neuropsychologisch onderzoek aangewezen (naast lichamelijk/neurologisch onderzoek) om een eventuele neurocognitieve stoornis uit te kunnen sluiten. Na onderzoek en adequate behandeling kan worden vastgesteld of er sprake is van een persoonlijkheidsstoornis of trekken daarvan en kan daar eventueel een behandeling op worden ingezet. Tenslotte wordt door de psycholoog, om de verdachte extra steun en structuur te bieden een langdurig verplicht reclasseringscontact geadviseerd. De behandeling en de begeleiding zouden kunnen worden opgenomen in het kader van bijzondere voorwaarden bij een (deels) voorwaardelijke straf.
Het Leger des Heils, afdeling reclassering, heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 6 juni 2017. In dit rapport wordt geconcludeerd dat de verdachte het middel Zolpidem gebruikt om herbelevingen, veroorzaakt door PTSS, te voorkomen. Bij de totstandkoming van de door haar onder 1, 2, 3, 4, 6 en 7 gepleegde delicten is haar afhankelijkheid van het middel Zolpidem vermoedelijk leidend geweest. De verdachte heeft een moeilijk en roerig leven achter de rug. Zonder enige gedragsverandering of stabilisatie in de persoonlijke omstandigheden wordt het recidiverisico door de reclassering als hoog ingeschat. Geadviseerd wordt een (gedeeltelijk) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen aan de verdachte met daaraan verbonden de voorwaarde dat de verdachte zich houdt aan de aanwijzingen van de reclassering, zo lang en zo frequent als de reclassering dit nodig acht, hetgeen mede kan inhouden een meldplicht, een behandelverplichting en een opname in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang, zoals [naam instelling] of vergelijkbare 24-uursvoorziening of instelling.
De rechtbank heeft acht geslagen op deze rapporten.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
De psycholoog adviseert de rechtbank om de verdachte voor wat betreft het onder 1 ten laste gelegde verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen.
Nu de conclusie van de psycholoog gedragen worden door haar bevindingen en door hetgeen ook overigens op de terechtzitting is gebleken, neemt de rechtbank die conclusie over. Aangezien het bij feiten 2, 3, 4, 6 en 7 ook gaat om het – kort gezegd – overhandigen van zelf geschreven recepten voor Zolpidem aan een apotheker en deze feiten zijn gepleegd voorafgaand aan feit 1, toen de hiervoor omschreven problematiek reeds in volle omvang bij de verdachte aanwezig was, zal de rechtbank haar ook voor deze feiten in verminderde mate toerekeningsvatbaar achten.
De rechtbank houdt bij de straftoemeting in hoge mate rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder de verminderde toerekeningsvatbaarheid voor de feiten 1, 2, 3, 4, 6 en 7 en de noodzaak van begeleiding en behandeling. De rechtbank zal daarom een groot deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Eén van die voorwaarden betreft het verlenen van medewerking aan begeleid wonen. In dat verband heeft de reclassering [naam instelling] geopperd. De verdachte heeft ter zitting gemotiveerd aangegeven waarom zij denkt moeite te hebben om zich binnen [naam instelling] te handhaven. De rechtbank is er voorshands evenmin van overtuigd dat deze instelling passend is voor de verdachte. De rechtbank gaat ervan uit dat de reclassering daarmee rekening houdt bij de keuze van een bij de verdachte passende instelling voor begeleid wonen.
Voor oplegging van de door de officier van justitie gevorderde klinische opname van maximaal 7 weken ziet de rechtbank onvoldoende aanleiding.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikel 14a, 14b, 14c, 57, 225 en 310 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 180 (honderdtachtig) dagen;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
90 (negentig) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 2 jaar, na te melden voorwaarden overtreedt;
stelt als algemene voorwaarden:
  • de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
  • de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
  • de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
stelt als bijzondere voorwaarden:
de veroordeelde zal zich melden bij de afdeling reclassering van het Leger des Heils, of een soortgelijke instelling, zo lang en frequent als die reclasserings-instelling noodzakelijk vindt;
de veroordeelde zal zich onder ambulante behandeling stellen bij een passende instelling, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die haar in het kader van die behandeling namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
de veroordeelde zal haar medewerking verlenen aan het op individuele basis begeleid gaan wonen in een passende instelling en zal zich houden aan de aanwijzingen van de reclassering, zo lang en frequent als die reclasserings-instelling noodzakelijk vindt;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. M.V. Scheffers, voorzitter,
en mr. A.J.P. van Essen en mr. E.G. Fels, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.C. Fraaij, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 12 juli 2017.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
parketnummer 10/661054-17
1.
zij op of omstreeks 23 februari 2017 te Capelle aan den IJssel opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een valselijk opgemaakt en/of vervalst geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een recept voor het medicijn Zolpidem als ware het echt en onvervalst, door genoemd recept aan te bieden bij/aan (een medewerker van) Regioapotheek
IJsselland;
2.
zij in of omstreeks de periode van 11 augustus 2016 tot en met 30 november 2016
te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een valselijk opgemaakt en/of vervalst geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een recept voor het medicijn Zolpidem als ware het echt en onvervalst, door genoemd recept aan te bieden bij/aan (een medewerker van)Apotheek Hof van Putten;
3.
zij in of omstreeks de periode van 29 juli 2016 tot en met 14 november 2016 te Poortugaal, gemeente Albrandswaard, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een valselijk opgemaakt en/of vervalst geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een recept voor het medicijn Zolpidem als ware het echt en onvervalst, door genoemd recept aan te bieden bij/aan (een medewerker van) Apotheek Poortugaal;
4.
zij op of omstreeks 24 november 2016 te Rotterdam opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een valselijk opgemaakt en/of vervalst geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een recept voor het medicijn Zolpidem als ware het echt en onvervalst, door genoemd recept aan te bieden bij/aan (een medewerker van) Apotheek Dante;
parketnummer 10/662038-17
5.
zij op of omstreeks 28 maart 2017 te ’s-Hertogenbosch met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een mascara en/of een potje crème, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Etos, in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte;
parketnummer 10/177519-16
6.
zij op of omstreeks 30 juli te Rotterdam meermalen, althans eenmaal, telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een valselijk opgemaakte en/of vervalst geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een doktersrecept als ware het echt en onvervalst, door dat recept aan te bieden aan (een medewerk(st)er van) apotheek Bultterman & De Groot Rotterdam;
7.
zij op of omstreeks 29 augustus 2016 te Rotterdam meermalen, althans eenmaal, telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een valselijk opgemaakte en/of vervalst geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een doktersrecept als ware het echt en onvervalst, door dat recept aan te bieden aan (een medewerk(st)er van) apotheek Bultterman & De Groot Rotterdam;
parketnummer 10/002649-17
8.
zij op of omstreeks 4 januari 2017 te Rotterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen diverse kledingstukken, waaronder een hemd en/of broek en/of shirt(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan C&A, in elk geval aan een ander of anderen dan aan de verdachte;
parketnummer 10/222011-16
9.
zij op of omstreeks 31 oktober 2016 te Rotterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (winkel)pand (gelegen op/aan de [adres delict] ) heeft weggenomen onder meer een pak elastiekjes en/of wegwerpscheermesjes, althans een of meer verzorgings-/cosmetica-artikelen in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Etos, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.